Installatie-, gebruikers-, en onderhoudshandleiding
4.5 Temperatuursensor
De temperatuursensor dient in een zakbuis te worden geplaatst, zie hoofdstuk 9 voor een overzicht van
beschikbare zakbuizen. De zakbuis kan eventueel worden gevuld met warmtegeleidingspasta. De kabel van de
temperatuursensor mag niet worden ingekort. Overtollige kabellengte dient te worden opgebonden.
De zakbuis wordt in het Tr referentiemeetpunt van de gasmeter geplaatst of een andere geschikte positie
in de gasinstallatie die voldoet aan de volgende criteria:
afstand tot de gasmeter: kleiner dan 1 meter
•
positie: stroomafwaarts bij turbinegasmeters
•
insteeklengte: 1/3 tot 2/3 van de inwendige diameter van de gasvoerende leiding
•
4.6 Druksensor
De druksensor wordt bij voorkeur aangesloten op het Pr referentiemeetpunt van de gasmeter. Bij toepassing van de
externe druksensor mag de kabel niet worden ingekort. Overtollige kabellengte dient te worden opgebonden.
Ten behoeve van controlewerkzaamheden kan een Kamstrup BDA 04 of een driewegkraan worden toegepast in de
drukmeetleiding.
Voor montage van BDA 04 aan UNIGAS 300 wordt een adapter meegeleverd.
Monteer een BDA 04 als volgt:
1:
plaats de adapterring (1) in de druksensor en zet deze vast
2:
plaats de BDA 04 (3) in de adapterring (1)
3:
borg de BDA 04 tegen verdraaiing door de moer (2) vast te zetten
4:
monteer de drukmeetleiding aan op snijringkoppeling (4) en sluit de druk aan
5:
verzegel de BDA 04 zoals in de figuur hierboven is aangegeven
Figuur 7. Montage van BDA 04 met adapter
DDG6005MHNL/4.2011/Rev. 20
More info: Press key
Firmwareversie 1.3.11 of hoger
UNIGAS 300
21