Linksys E3000
2 . Geef een naam voor het beleid op in het daarvoor bestemde
veld .
3 . Als u dit beleid wilt inschakelen, selecteert u Enabled
(Ingeschakeld) .
4 . Klik op Edit List (Lijst bewerken) om te selecteren op welke
computers het beleid van kracht zal zijn . Het scherm List of
PCs (Overzicht van pc's) wordt weergegeven . U kunt een
computer selecteren op basis van het MAC- of IP-adres . U
kunt ook een reeks IP-adressen invoeren als u dit beleid
wilt toepassen op een groep computers . Klik nadat u de
wijzigingen hebt ingevoerd, op Save Settings (Instellingen
opslaan) als u de wijzigingen wilt toepassen of klik op Cancel
Changes (Wijzigingen annuleren) als u de wijzigingen wilt
wissen . Klik vervolgens op Close (Sluiten) .
List of PCs (Overzicht van pc's)
5 . Selecteer Deny (Weigeren) of Allow (Toestaan) en bepaal
zo of u internettoegang wilt toestaan of blokkeren voor de
computers die u hebt geselecteerd in het scherm List of PCs
(Overzicht van pc's) .
6 . Bepaal op welke dagen en tijdstippen dit beleid van
toepassing is . Selecteer de gewenste dagen waarop het
beleid van kracht moet zijn of selecteer Everyday (Dagelijks) .
Geef vervolgens een tijdsduur in uren en minuten op waarin
het beleid van kracht zal zijn of selecteer 24 uur .
7 . U kunt websites met specifieke URL-adressen blokkeren .
Typ elke URL in een apart veld naast Website Blocking by URL
Address (Websiteblokkering op URL) .
8 . Ook kunt u websites blokkeren met behulp van bepaalde
trefwoorden . Typ elk trefwoord in een apart veld naast
Website Blocking by Keyword (Websiteblokkering op
trefwoord) .
9 . U kunt de toegang tot verschillende services die via internet
toegankelijk zijn, zoals FTP of Telnet, filteren . (U kunt
per beleid niet meer dan drie toepassingen blokkeren .)
Selecteer in de lijst met toepassingen de toepassing die u wilt
blokkeren . Klik vervolgens op >> om de toepassing naar de
lijst met geblokkeerde toepassingen te verplaatsen . U kunt
een toepassing uit de lijst met geblokkeerde toepassingen
verwijderen door de toepassing te selecteren en op << te
klikken .
10 . Als de toepassing die u wilt blokkeren, niet wordt
weergegeven of als u de instellingen van een bepaalde
service wilt bewerken, geeft u de naam van de toepassing
op in het veld Application Name (Naam toepassing) . Geef het
bereik op in de velden Port Range (Poortbereik) . Selecteer
het protocol in het vervolgkeuzemenu Protocol . Klik
vervolgens op Add (Toevoegen) .
Als u een service wilt wijzigen, selecteert u deze in de lijst
met toepassingen . Wijzig de naam, het poortbereik en/of
het protocol . Klik vervolgens op Modify (Wijzigen) .
High Performance Wireless-N router
Hoofdstuk 2: Geavanceerde configuratie
Als u een service wilt verwijderen, selecteert u deze in de lijst
met toepassingen . Klik vervolgens op Delete (Verwijderen) .
11 . Klik op Save Settings (Instellingen opslaan) als u de
instellingen voor de beleidsregel wilt opslaan of klik
op Cancel Changes (Wijzigingen annuleren) als u de
wijzigingen wilt wissen .
Applications and Gaming (Toepassingen
en games) > Single Port Forwarding
(Doorsturen één poort)
U kunt het scherm Single Port Forwarding (Doorsturen één poort)
gebruiken om poortservices voor veelgebruikte toepassingen aan
te passen .
Als gebruikers dergelijke verzoeken via internet naar uw netwerk
verzenden, stuurt de router de verzoeken door naar de goede
servers (computers) . Voordat u laat doorsturen, moet u vaste IP-
adressen toewijzen aan de gebruikte servers . U kunt dit doen
met de optie voor DHCP-reservering in het scherm Basic Setup
(Basisinstellingen) . Zie "DHCP-reservering" op pagina 6 .
Applications and Gaming (Toepassingen en games) > Single Port
Forwarding (Doorsturen één poort)
Doorsturen één poort
Veelgebruikte toepassingen zijn als de eerste vijf items geplaatst .
Application Name
(Naam toepassing) Selecteer de gewenste
toepassing .
To IP Address
(Naar IP-adres) Geef het IP-adres op van de
server die deze verzoeken moet ontvangen .
Enabled
(Ingeschakeld) Selecteer
voor elke toepassing waarvoor u het doorsturen van poorten
wilt activeren .
Vul voor verdere toepassingen de volgende velden in:
Application Name
(Naam toepassing) Voer de naam in die u
aan de toepassing wilt geven . De namen mogen niet langer zijn
dan 12 tekens .
Enabled
(Ingeschakeld)
25