Cerabar PMP51B Analoog
• Gebruik van een ventielblok maakt eenvoudige inbedrijfname, installatie en onderhoud
mogelijk, zonder onderbreking van het proces
• Voorkom dan vocht de behuizing binnendringt tijdens de montage, uitvoeren van de
elektrische aansluitingen en tijdens bedrijf
• Richt de kabel en de connector zo veel mogelijk naar beneden om binnendringen van vocht
te vermijden (bijv. regenwater of condensatie)
5.1.3
Montage-instructies voor schroefdraad
• Meetinstrument met G 1 ½" schroefdraad:
Plaats de vlakke afdichting op het afdichtingsoppervlak van de procesaansluiting
Vermijd extra spanning op het procesmembraan: dicht het schroefdraad niet af met hennep
of dergelijke materialen
• Meetinstrument met NPT-schroefdraad:
• Wikkel teflon-tape om het schroefdraad als afdichting
• Zet het meetinstrument alleen vast via de zeskantbout; verdraai deze niet door de
behuizing te verdraaien
• Zet de schroefdraad niet te vast; zet de NPT-schroefdraad vast tot de in de norm
voorgeschreven diepte
• Voor de volgende procesaansluitingen is een aandraaimoment van max.
40 Nm (29,50 lbf ft) gespecificeerd:
• Schroefdraad ISO228 G ½" met vlak gemonteerd procesmembraan
• Schroefdraad DIN13 M20 x 1,5 met vlak gemonteerd procesmembraan
• NPT 3/4" met vlak gemonteerd procesmembraan
5.1.4
Installatie-instructies voor instrumenten met scheidingsmembranen
LET OP
Verkeerde behandeling!
Schade aan het instrument!
‣
Het scheidingsmembraan vormt samen met de druktransmitter een gesloten, gekalibreerd
systeem dat is gevuld met scheidingsmembraanvloeistof. Open nooit een van de openingen
voor het vullen van vloeistof.
‣
Zorg voor een trekontlasting om te voorkomen dat de capillairen te ver buigen (buigradius
≥ 100 mm (3,94 in).
‣
Gebruik de capillairen niet om de membranen te dragen.
‣
Houd de bedrijfsgrenswaarden aan voor de scheidingsmembraanvloeistof.
Algemene informatie
In geval van instrumenten met scheidingsmembranen en capillairen, moet rekening worden
gehouden met de nulpuntsverschuiving die wordt veroorzaakt door de hydrostatische druk
van de vulvloeistofkolom in de capillairen bij het selecteren van de meetcel. Wanneer een
meetcel met een klein meetbereik wordt geselecteerd, kan een positie-instelling tot gevolg
hebben dat de sensor het bereik overschrijdt (positie-instelling vanwege
nulpuntsverschuiving, veroorzaakt door de positie van de vulvloeistofkolom). Voer een
nulpuntsinstelling uit, indien nodig.
Gebruik voor instrumenten met een capillair een passende beugel (montagebeugel) voor de
montage.
Endress+Hauser
Installatie
11