Installatie
• Monteer bij voorkeur het meetinstrument met de O-vormige sifon onder het aftappunt
Het instrument mag ook boven het aftappunt worden gemonteerd
• Vul het sifon met vloeistof voor de inbedrijfname
5.2.3
Drukmeting in vloeistoffen
Een sifon reduceert de temperatuur tot praktisch de omgevingstemperatuur. De gedefinieerde
waterkolom veroorzaakt slechts minimale (verwaarloosbare) meetfouten. slechts minimale
(verwaarloosbare) thermische effecten op het instrument.
Houd de maximaal toegestane omgevingstemperatuur van de transmitter aan!
• Monteer het meetinstrument met de afsluiter onder of op dezelfde hoogte als het
aftappunt.
• Vul het sifon met vloeistof voor de inbedrijfname
5.2.4
Niveaumeting
• Monteer het meetinstrument altijd onder het onderste meetpunt
• Installeer het meet instrument niet op de volgende posities:
• In de vulstroom
• In de tankuitlaat
• In het aanzuiggebied van een pomp
• Op een punt in de tank waar invloed kan bestaan door drukpulsen van het roerwerk
• Monteer het meetinstrument stroomafwaarts van een afsluiter: de kalibratie en de
functionele controle kunnen dan gemakkelijker worden uitgevoerd
5.2.5
Thermische isolatie met direct gemonteerd scheidingsmembraan
Zie bedieningshandleiding.
5.2.6
Installatie met directe montage
Zie bedieningshandleiding.
5.2.7
Thermische isolatie bij montage met een temperatuurtussenstuk
Zie bedieningshandleiding.
5.2.8
Afdichting voor flensmontage
LET OP
Afdichting drukt tegen het procesmembraan!
Verkeerde meetresultaten!
‣
Waarborg dat de afdichting het procesmembraan niet raakt.
16
Cerabar PMP51B Analoog
Endress+Hauser