Displaycodes
Displaycode
Soort code Betekenis
2
2P
212
De gemeten temperatuur door de aanvoertempe-
ratuursensor of de safetytemperatuursensor,
stijgt te snel.
2
2U
213
De gemeten temperatuur tussen de aanvoer- en
de retourtemperatuursensor is te groot.
2Y
281
–
De pomp zit vast of draait in lucht.
2 + 3
2Y
282
Het stuursignaal van de pomp ontbreekt.
2
3A
264
Het stuursignaal of de spanning van de ventilator
is tijdens bedrijf weggevallen.
3
3C
217
Het ventilatortoerental is onregelmatig tijdens het
opstarten.
2
3F
273
Het cv-toestel is maximaal 2 minuten uitgescha-
keld geweest, omdat het cv-toestel gedurende
24 uur continu in bedrijf is geweest. Dit is een vei-
ligheidscontrole.
3
3L
214
Ventilator draait niet tijdens de opstartfase (0C). ▶ Controleer de bekabeling en werking van de ventilator.
3
3P
216
Het ventilatortoerental is te laag.
3
3Y
215
Het ventilatortoerental is te hoog.
3
4A
218
De aanvoertemperatuursensor heeft een tempera-
tuur gemeten die hoger is dan 105 °C.
3
4A
332
De aanvoertemperatuursensor heeft een tempera-
tuur gemeten die hoger is dan 110 °C.
2
4E
278
De sensortest is mislukt.
4F
219
2
De safetytemperatuursensor heeft een tempera-
tuur gemeten die hoger is dan 105 °C.
2
4L
220
De contacten van de safetytemperatuursensor zijn
kortgesloten of de safetytemperatuursensor heeft
een temperatuur gemeten die hoger is dan 130 °C.
2
4P
221
De contacten van de safetytemperatuursensor zijn
onderbroken.
2
4U
222
De contacten van de aanvoertemperatuursensor
zijn kortgesloten.
2
4Y
223
De contacten van de aanvoertemperatuursensor
zijn onderbroken.
5C
226
–
Service Tool is aangesloten geweest.
5F
–
Service Tool: servicetest duurt te lang.
5H
268
–
Service Tool: componententestfase.
5Y
–
Service Tool: servicetest duurt te lang of een
cv-toestelparameter is gewijzigd.
Tabel 13 Displaycodes
Nefit TopLine HR II, TopLine AquaPower HRC II, TopLine AquaPower Plus HRC II • 6720801234 (2015/11)
Oplossing
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking en de bekabeling van de pomp en de betreffende senso-
ren.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de bekabeling naar de pomp en de betreffende sensoren.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de sensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en de werking van de pomp.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de ventilator.
▶ Controleer de werking van de ventilator.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en de connectoren van de ventilator.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
▶ Controleer de connectoren van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de ventilator te vervangen.
▶ Controleer de connectoren van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
▶ Controleer de bekabeling en werking van de ventilator.
▶ Controleer de connectoren van de branderautomaat.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de branderautomaat te vervangen.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de aanvoertemperatuursensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de bekabeling en de connectors van de sensoren.
▶ Controleer de werking van de sensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de sensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de cv-waterdruk en ontlucht de cv-installatie en het cv-toestel.
▶ Controleer of er voldoende stroming over de cv-installatie mogelijk is.
▶ Controleer de werking van de pomp en de sensor.
▶ Vervang het onderdeel indien nodig.
▶ Controleer de connector van de sensor.
▶ Controleer de werking van het cv-toestel door de sensor te vervangen.
▶ Reset het cv-toestel.
▶ Reset het cv-toestel.
12
37