5
Montage
[3]
vul- en aftapkraan
[4]
serviceafsluiter (wenselijk)
[5]
retour cv-installatie
[6]
aanvoer cv-installatie
[7]
tapwater
[8]
koud water
[9]
3-wegklep
[10] Nefit bewaartemperatuursensor
5.10
Aansluiten zonneboiler
WAARSCHUWING: verbrandingsgevaar.
Bij veel zon kan de temperatuur van het water in de zon-
neboiler zeer hoog oplopen. Dit kan zware brandwon-
den veroorzaken.
▶ Monteer in de warmwaterleiding tussen het cv-toe-
stel en de eerste warmwaterkraan een thermosta-
tisch mengventiel zonder terugslagklep.
▶ Sluit de koudwateraansluiting van het thermosta-
tisch mengventiel aan tussen de inlaatcombinatie en
de zonneboiler.
▶ Sluit de zonneboiler aan volgens de bijbehorende documentatie en
het schema van afb. 28.
▶ Zorg dat de drinkwaterleiding tussen de zonneboiler en het cv-toe-
stel zo kort mogelijk is, met een maximale lengte van 12 meter, bij
een leidingdiameter van Ø 15 mm.
▶ Monteer in de koudwaterleiding van de zonneboiler een inlaatcombi-
natie [2].
Afb. 28 Aansluiten zonneboiler
[1]
thermostatisch mengventiel
[2]
inlaatcombinatie
5.11
Monteren overstortventiel
▶ Monteer bij een single-toestel een overstortventiel van 3 bar tussen
het cv-toestel en de eventuele serviceafsluiter in de aanvoerleiding
( afb. 24, [1]).
▶ Monteer bij een combi-toestel een overstortventiel van 3 bar tussen
het cv-toestel en de eventuele serviceafsluiter in de retourleiding
( afb. 25, [1]). Reden: combitoestellen hebben een interne 3-
wegklep in de aanvoerleiding zitten.
5.12
Monteren expansievat
▶ Monteer het expansievat tussen het cv-toestel en de eventuele ser-
viceafsluiter in de retourleiding. Daardoor staat het cv-toestel ook bij
gesloten serviceafsluiters in verbinding met het expansievat
( afb. 24/ 25, [4]).
Indien een open verdeler is toegepast:
▶ Sluit het expansievat aan op de secundaire zijde van de open verdeler
in de retourleiding.
18
1
2
6 720 801 234-010.3
Nefit TopLine HR II, TopLine AquaPower HRC II, TopLine AquaPower Plus HRC II • 6720801234 (2015/11)
5.13
Automatische drukverschilregelaar (AVDO)
Het cv-toestel is zo ontworpen, dat de cv-installatie niet hoeft te worden
voorzien van een drukverschilregelaar.
Indien de cv-installatie is voorzien van een automatische drukverschilre-
gelaar (AVDO, type 20), dan dient het toerental van de cv-pomp in het
cv-toestel te worden ingesteld op basis van het brandervermogen óf
men moet de drukverschilregelaar verwijderen uit de cv-installatie.
▶ Plaats een drukverschilregelaar (direct onder het cv-toestel) indien
de cv-installatie is voorzien van magnetische afsluiters, waarbij er
geen stroming in de cv-installatie is gegarandeerd.
5.14
Aansluiten condensafvoer op riool
GEVAAR: rookgasvergiftiging.
Door drukverschillen in het riool kan het sifon worden
leeggetrokken.
▶ Zorg voor een open verbinding tussen het cv-toestel
en de condensafvoerleiding.
▶ Sluit de condensafvoerleiding, met een open verbinding, aan op de
condensafvoer van het cv-toestel [1].
▶ Gebruik voor het afvoeren van het condenswater kunststof rioollei-
dingmateriaal met een minimale diameter van Ø32 mm.
▶ Monteer een sifon [2] in de rioolleiding.
▶ Monteer horizontale leidingdelen onder afschot naar de standleiding
volgens de geldende norm. Hierbij is de maximale lengte van het ho-
rizontale leidingdeel 5 m.
1
2
Afb. 29 Aansluiten condensafvoer
[1]
condensafvoer
[2]
sifon
5.15
Vullen sifon
GEVAAR: rookgasvergiftiging.
Een gevuld sifon voorkomt dat er rookgassen in de op-
stellingsruimte komen.
▶ Vul de sifon vóór inbedrijfname.
7 746 800 038-014.2TD