Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Kalibratie - Geleidbaarheid; Aanbevelingen En Technieken - FLIR Extech Instruments ExStik EC500 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

Kalibratie - Geleidbaarheid

De meter moet periodiek op nauwkeurigheid nagekeken worden. Een keer per maand is
de aanbevolen cyclus bij een normaal gebruik. Als een kalibratie vereist is, is een
kalibratieoplossing voor de geleidbaarheid nodig. De meter kan in een van de drie
bereiken of in alle bereiken gekalibreerd worden. Kalibratieoplossingen van 84µS/cm,
1413µS/cm orf12.88mS/cm (12,880µS/cm) zijn noodzakelijk voor de
herkenningsprocedure van de automatische kalibratie. Er zijn geen andere
kalibratiewaarden toegelaten.
De kalibratie gebeurt altijd in de geleidbaarheidsmodus. Aangezien het zoutgehalte en de
TOD-waarden berekend worden op basis van de geleidbaarheidswaarden, kalibreert deze
procedure ook de bereiken van het zoutgehalte en de TOD.
1.
Vul een staalbeker met de kalibratieoplossing.
2.
Zet de meter AAN en plaats de elektrode in de oplossing. Tik of beweeg met de
elektrode in het staal om eventuele luchtbellen te verwijderen.
3.
Druk de CALL/RECALL-toets in en houd deze ingedrukt (ongeveer 2 seconden) tot
"CAL" op de onderste (temperatuur)display verschijnt. De hoofddisplay zal
beginnen knipperen.
4.
De meter zal de kalibratieoplossing herkennen en zal een overeenkomstige
kalibratie uitvoeren. De display zal kort "SA", End weergeven en zal na de kalibratie
terugkeren naar de meetmodus.
Opmerking: "SA" zal niet verschijnen als de kalibratie faalt.
5.
Het symbool "range calibrated" (gekalibreerd bereik) zal in de display verschijnen
voor elk bereik dat tijdens een cyclus gekalibreerd wordt.
Laag bereik , 84µS/cm
Medium bereik , 1413µS/cm
Hoog bereik, 12,88mS/cm (12,880µS/cm)
Opmerking: Telkens als men naar de kalibratiemodus gaat, worden alle kalibratiesymbolen
op de display verwijderd, maar zullen enkel de kalibratiegegevens voor het actueel
geselecteerd bereik vervangen worden. De twee andere bereiken behouden de bestaande
kalibratiegegevens. Het zijn enkel de symbolen die verwijderd worden. De kalibratie voor
de drie bereiken moet gebeuren terwijl de meter aan staat opdat de symbolen voor de drie
kalibratiebereiken zouden verschijnen.
Opmerking: De meter laat een kalibratie van 1, 2 of 3 punten toe. Als een kalibratie van
meer dan een punt uitgevoerd wordt, moet het laagste punt eerst gedaan worden om de
beste nauwkeurigheid te verkrijgen.

Aanbevelingen en technieken

De binnenste oppervlakken van de geleidbaarheidselektroden niet aanraken. Aanraking van het
oppervlak van de elektrodeplaatjes kan de sonde beschadigen en kan haar levensduur verkorten.
Bewaar de elektrode in de vochtige kap met de spons bevochtigd met pH 4.01 bufferoplossing.
Spoel de elektrode uit in gedeïoniseerd water tussen de metingen om kruiscontaminatie van het
staal te vermijden. Een dubbele spoeling is aanbevolen wanneer een hoge nauwkeurigheid
vereist is.
Het kan zijn dat zich na verloop van tijd in de bewaarkap zoutdeposito's opgehoopt hebben van
de referentie-elektrode en die moeten periodiek verwijderd worden. Deze deposito's zouden de
gemeten waarden van stalen met een lage geleidbaarheid kunnen aantasten.
Bij het meten van stalen met een lage geleidbaarheid, is extra zorg aanbevolen bij het spoelen
van de sonde om contaminatie van het staal met elektrolyt van de PH-referentie-elektrode te
vermijden. Dit zal enkel een factor zijn bij het meten in het lage bereik en kan verder
geminimaliseerd worden door het volume van het staal te vergroten. (Voorbeeld: Probeer een
staal van 200 tot 500 ml.)
Als een staalbeker van 20mL gebruikt moet worden, laat de elektrode dan niet langer dan nodig is
in het staal staan om te vermijden dat er elektrolyt in het staal lekt, wat de geleidbaarheidswaarde
verhoogt.
8
EC500-EU-NL-V2.4-2/11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave