Vorstbeveiliging
De Codumé warmteterugwinunit HRU 3 BV (N) is standaard
voorzien van een vorstbeveiliging. De vorstbeveiliging
bestaat o.a. uit een unieke vorstklep die in de bovenzijde
van de unit is geïntegreerd. Deze 'voorkomt' dat de unit
(intern) bevriest tijdens winterse dagen. De werking van de
vorstbeveiliging vindt volautomatisch plaats.
Werking van de vorstbeveiliging
De uit de woning afgezogen lucht geeft warmte af aan de
aangezogen verse buitenlucht. Hierdoor koelt de lucht in
de warmtewisselaar af. Tijdens een vorstperiode zorgt de
vorstbeveiliging ervoor dat de warmtewisselaar in de unit
niet bevriest.
Als de temperatuur van de afvoerlucht in de warmte-
wisselaar te dicht bij het vriespunt komt, zal het apparaat
de vorstklep, boven in de unit, geregeld openen en warme
ruimtelucht aanzuigen.
Deze warme ruimtelucht wordt gemengd met de
aangezogen koude buitenlucht.
Tegelijkertijd gaat de toevoerventilator harder draaien
(de ventilator wordt opgetoerd zodat de hoeveelheid
verse buitenlucht hetzelfde blijft). Doordat de verse
koude buitenlucht wordt voorverwarmd hoeft de warme
afgezogen lucht uit de woning minder de koude vrieslucht
op te warmen. De temperatuur van de afvoerlucht in de
warmtewisselaar blijft dan veilig boven het vriespunt.
Mocht de buitentemperatuur nog verder dalen, dan
gaat de toevoerventilator zachter draaien (de ventilator
wordt afgetoerd tot uiteindelijk een minimum). Als de
temperatuur nog verder daalt, dan zal de afvoerventilator
opgetoerd worden en de toevoerventilator op een
minimum blijven draaien.
Als de buitentemperatuur extreem laag wordt, dan zal de
toevoerventilator uitgeschakeld worden, maar blijft de
afvoerventilator in werking. De vorstklep wordt dan ook
gesloten.
Na een bepaalde tijd zal de toevoerventilator op een
minimum gaan draaien en wordt de vorstklep weer
geopend om na te gaan of het vorstgevaar inmiddels weg
is. Als de buitentemperatuur stijgt, worden bovenstaande
maatregelen in omgekeerde volgorde doorlopen, tot het
vorstgevaar geweken is.
De bewoner blijft 'altijd' de afgevoerde luchthoeveelheid
bepalen.
De vorstklep kan zonder gereedschap en zonder verdere
actie uit de bovenzijde van de HRU 3 BV (N) worden
weggenomen.
Duw met vier vingers naast elkaar (de nagelzijde) de
vorstklep open (de unit in). Zorg dat uw duim buiten de
unit op het zwarte schuim drukt (tussen de klepbehuizing
en de naastliggende tuit). Trek nu de behuizing van de
klep voorzichtig omhoog en schuif het geheel tegelijk in
horizontale richting van de tuit. De motor en de overige
onderdelen van bypass zijn nu bereikbaar voor inspectie.
Indien nodig is de servomotor nu eenvoudig te vervangen
door het loskoppelen van de connector en het losdraaien
van de twee kruiskopschroeven.
Belangrijk!
Zorg dat er nooit iets boven op de vorstklep wordt neer-
gelegd, dit zou een goede werking van de vorstbeveiliging
belemmeren.
5