Installatie
6
Installatie
Installatie, elektrische aansluiting, gasinstalla-
tie, aansluiting koud- en warm- waterleidin-
gen en opstarten dienen uitsluitend door de
erkende installateur te worden uitgevoerd.
Het toestel kan alleen verkocht worden in de
landen die op het typeplaatje staan aangege-
ven.
VOORZICHTIG: Zorg ervoor dat het water
in de aanvoer van de geiser niet hoger dan
60ºC is, bijvoorbeeld in het geval van een
zonneboiler naar de geiser als deze als na-
verwarmer wordt gebruikt.
B Een thermostatisch mengventiel moet
voor het toestel geïnstalleerd worden in
het geval het toestel als naverwarmer
wordt gebruikt.
B Het is noodzakelijk dat in de installatie een
expansievat is geïnstalleerd.
Zonneboilersysteem
2
Afb. 16 Zonneboilersysteem
1
Koud water
2
Warm water
3
Thermostatisch mengventiel
In het geval dat de uitstroomtemperatuur bo-
ven de 45 °C is en het water een hardheid
heeft van meer dan 5,6 dH dan adviseren wij
u een ontharder toe te passen.
6.1
Belangrijk
B Raadpleeg voor het installeren het gasbedrijf en de gel-
dende wetgeving m.b.t. gastoestellen en ventilatie ter
plaatse.
B Installeer een gaskraan zo dicht mogelijk bij het toestel.
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie-en gebruikersinstructie • F2500 VE-N F3300 VE-N • Ausgabe (2011/03)
3
4
5
1
2
6720608999-11.5V
B Na aansluiting op de hoofdgasleiding moet het toestel
getest worden op gaslekkage. Om beschadiging door
drukoverschrijding in het gasblok te voorkomen moet
dit worden uitgevoerd terwijl de gasklep gesloten is.
B Zorg ervoor dat het geïnstalleerde toestel geschikt is
voor het geleverd type gas.
B Zorg ervoor dat het debiet en de druk voor de geïnstal-
leerde regelaar overeenkomen met de aanduiding voor
verbruik door het toestel (zie technische gegevens in
tabel 7).
6.2
Opstellingsplaats
bepaling opstellingsplaats
B Voldoe aan de eisen die specifiek zijn voor elk land.
B De geiser mag niet boven een warmtebron geïnstal-
leerd worden.
B Neem de minimale installatieafmetingen in acht die
staan vermeld in Afb. 17.
B Het toestel mag niet geïnstalleerd worden op plaatsen
waar de omgevingstemperatuur onder de 0 °C kan zak-
ken. Wanneer er risico op vorst bestaat, moet het toe-
stel afgesloten en afgetapt worden (Afb. 23).
Luchttoevoer
B Het luchttoevoerrooster moet zich in een goed geven-
tileerde ruimte bevinden.
B Om corrosie te voorkomen is het verboden om produc-
ten als oplosmiddelen, inkt, ontvlambare gassen of lijm
in de buurt van het luchttoevoerrooster op te slaan. Te-
vens schoonmaakmiddelen met halogene koolwater-
stoffen en andere producten die corrosie kunnen
veroorzaken dienen uit de buurt van het luchttoevoer-
rooster opgeslagen te worden.
Op plekken waar deze voorwaarden onmogelijk vervuld
kunnen worden, moet een alternatieve plaats voor lucht-
toevoer en rookgasafvoer gekozen worden.
Oppervlaktetemperatuur
De maximale oppervlaktetemperatuur van het toestel ligt
onder de 85 °C. Er zijn geen speciale beschermende
maatregelen nodig voor ontvlambare bouwmaterialen of
behuizingen.
6.3
Minimale afstanden
Bepaal de plaats voor de installatie met in achtneming van
de volgende beperkingen:
B Laat geruime afstand tussen uitstekende delen zoals
slangen en buizen, enz.
B Zorg voor een goede toegankelijkheid voor onder-
houdswerk en neem de minimale afstanden in acht zo-
als aangegeven in Afb. 17.
6
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl
19