7. Pas de koppeling van de aftakas aan volgens de
aanwijzingen in het onderdeel De koppeling van de
aftakas instellen in de Gebruikershandleiding van de
tractie-eenheid.
8. Controleer de instelling van de veiligheidsschakelaar
van de aftakas volgens de aanwijzingen in het
onderdeel De veiligheidsschakelaar van de
aftakas instellen in de Gebruikershandleiding van de
tractie-eenheid.
9. Controleer de loop van de aandrijfriem (Figuur 5).
Raadpleeg het onderdeel De riemspanning van de
maaier aanpassen in de Gebruikershandleiding om de
aandrijfriem van het maaidek juist in te stellen. Zorg
ervoor dat de riem zich aan de juiste zijde van de
riemgeleider onder het frame van de motor bevindt
en stel de riemgeleider in.
1
Aftakas ingeschakeld
1. Naar aandrijfpoelie van motor
10. Controleer de mesrem en stel deze in; raadpleeg
het onderdeel De mesrem instellen in de
Gebruikershandleiding.
11. Monteer de middelste afvoergeleider tussen het
frame van de motor en het maaidek.
Figuur 4
1
Figuur 5
1. Bout (M8 X 25 mm)
2. Ring (M8 - 17)
3. Middelste afvoergeleider
A. Verwijder de middelste moer, bout en ringen
uit de middelste bevestiging van het maaidek
(Figuur 6).
B. Monteer het scherm op de tractie-eenheid met
2 bouten (M8 x 25 mm), 4 ringen (M8–17) en
2 borgmoeren (M8) in het onderste gat van het
frame van de motor (Figuur 6).
C. Bevestig de voorkant van het scherm aan het
maaidek met de middelste bout, ring en moer die
u eerder verwijderd hebt (Figuur 6).
12. Raadpleeg het onderdeel De maaihoogte instellen
in de Gebruikershandleiding en controleer/wijzig de
hoogte-instelling van de achteras naargelang de
gewenste maaihoogte.
13. Monteer de tractiewielen op de naven en bevestig
met de wielmoeren van het aandrijfwiel. Draai de
moeren vast tot 122 - 129 Nm.
14. Laat de eenheid neer op de grond.
g015218
15. Monteer de kap van de aandrijfpoelie achteraan
het frame van de motor met 2 slotbouten (M10
x 25 mm), zware ringen (M10), veerringen en
moeren (M10) (Figuur 7). Zorg ervoor dat de kap
gecentreerd is op het frame van de motor.
3
Figuur 6
4. Middelste bout en ring
5. Ring (M8–17) en borgmoer
(M8)