Inhoudsopgave
Advertenties
ONDERHOUD RESP. CONTROLE VAN DE
FUNCTIE
Onzuivere
en
vochtige
bedrijfszekerheid nadelig beïnvloeden. Daarom moet na
ingebruikname van de verluchtingstechnische installatie de
werking van alle brandkleppen om de zes maanden worden
gecontroleerd.
Wanneer twee op elkaar volgende werkingscontroles geen
gebreken uitwijzen, moeten de brandkleppen alleen in
jaarlijkse
intervallen
worden
onderhoudscontracten voor ventilatie-installaties worden
verstrekt, is het raadzaam dat de werkingscontroles van de
brandkleppen
in
deze
onderhoudscontracten
opgenomen.
1. Activeringsinstallatie hand
1.1 Externe controle
1.1.1 Visuele controle
•
Brandklep controleren op beschadigingen en vervuilingen.
•
Noodzakelijke reinigingswerken uitvoeren.
1.1.2 Activering met de hand – brandklep sluiten
•
Schijf (pos. 1) aan de handhendel (pos. 2) trekken,
daardoor is de blokkering (in open stand) van de
vergrendelingsbout (pos. 4) in de activeringsinstallatie
(pos. 3) opgeheven.
•
Handhendel is vrijgegeven en wordt door veerkracht in de
richting van de gesloten stand bewogen.
OPGELET! Niet in het zwenkbereik van het klepblad en de
handhendel grijpen. Er bestaat gevaar op letsels.
•
De brandklep moet automatisch sluiten.
1.1.3 Controle van de rustinstallatie
•
in gesloten stand schijf (pos. 1) aan de handhendel (pos. 2)
trekken en weer loslaten.
•
Terugzetten moet automatisch gebeuren.
1.1.4 Brandklep openen
•
Schijf (pos. 1) aan handhendel (pos. 2) trekken en in de
richting van de activeringsinstallatie (pos. 3) bewegen.
•
Vergrendelingsbout
(pos.
activeringsinstallatie (pos. 3) schuiven.
•
De brandklep is weer gereed voor gebruik.
•
Procedure na succesvolle handmatige activering, zoals
beschreven onder punt 1.1.2, meermaals herhalen.
Constructiewijzigingen voorbehouden
Terugname niet mogelijk
lucht
kan
de
constante
geïnspecteerd.
Als
er
worden
4)
moet
in
de
BSK-EN– Brandwerende klep
INBOUW-, MONTAGE- EN GEBRUIKSHANDLEIDING
Onderhoud resp. controle van de functie
1.2 Interne controle
1.2.1 Visuele controle
•
Brandklep controleren op beschadigingen en vervuilingen.
•
Noodzakelijke reinigingswerken uitvoeren.
1.2.2 Controle activeringsinstallatie
•
Handmatige activering, zoals beschreven onder punt 1.1.2,
uitvoeren.
•
Bevestigingsschroeven (2 stuks) (Pos. 5) verwijderen,
activeringsinstallatie uit de behuizing halen.
•
Smeltloodhouder (pos. 6) met geschikt werktuig (tang,
schroefstok enz.) samendrukken en smeltlood (pos. 7)
verwijderen.
•
Smeltlood controleren, indien er geen beschadigingen te
zien zijn, het smeltlood terugplaatsen.
•
Activeringsinstallatie terugplaatsen en vastschroeven.
BSK-EN met handmatige activering
Afbeelding. 1.1: Zijaanzicht
S= bewegende onderdelen (lagers), enkel smeren wanneer ze
niet vlot lopen
Afbeelding 1.2: vooraanzicht
Afbeelding 1.3: activeringsinstallatie
Staat: 2018-11-14 | Pagina 18
Advertenties
Inhoudsopgave
