TRACKSCREEN
3.
Bevestig het vrouwelijke windafdichtingsprofiel (D1) aan de volledige lengte van de
schuifstang met de M5,5x32 zelfborende schroeven (b) op maximaal 50 cm van elkaar
en maximaal 5 cm van elk uiteinde. Een M10x30 dopschroef (h) is bijgeleverd voor het
vastmaken van de zelfborende schroeven.
4.
Bevestig het vrouwelijke windafdichtingsprofiel (D1) aan de volledige lengte van de
opening aan de vaste (niet-openende) kant met de M5,5x32 zelfborende schroeven
(b) op 50 cm van elkaar en maximaal 5 cm van elk uiteinde.
5.
Bevestig de geleiding aan het gebouw met de bijgeleverde M8x40 bouten (e). De
richting van de geleidebeugels (E1, E2 en F1) voor bevestiging aan de voorzijde of
aan de bovendorpel dient gelijk te zijn aan de richtingen die bepaald werden bij het
plaatsen van de bestelling, afbeelding 5. De steunbeugels moeten op 1,0 m van
elkaar geplaatst worden. Voeg de geleiding met geleidevulplaatjes (H1) in op de
verbindingen. Laat in dit stadium het vaste (niet-openende) eindgedeelte van de
geleiding vrij. Vijl de uiteinden van de geleiding om de loopkatten goed te laten lopen.
Dicht de uiteinden van de geleiding af door de geleidebeugels met vijf gaten (E1) te
bevestigen met de M6x60 schroeven en moeren (e).
Afbeelding 4, Bevestigen van de windafdichting
9
Installatie
NL