TRACKSCREEN
15.
Knip het overtollige materiaal uit het windafdichtingsprofiel, waarbij u een flap van
5 cm dient over te laten. Deze flap zal nuttig zijn indien het scherm verwijderd
moet worden. Maak het buitenste oogje vast aan de losse loopkat, waarbij u aan
beide zijden de desbetreffende bevestigingsmiddelen gebruikt zoals beschreven in
sectie 6.
16.
Om het scherm vast te maken terwijl het geopend is, boort u een gat van 18 mm
in de vloer om de oppervlaktebout van de schuifstang in te voeren, afbeelding 11.
17.
Bevestig de sjorring (S1) aan de gebouwkolom zoals weergegeven in afbeelding
11. Bevestig de 25 mm spanratel (C1) aan op de binnenkant van het gebouw op
dezelfde hoogte als de sjorring. Bevestig de haak van de 25 mm schermklemband
(R1) aan de sjorring, rond het gevouwen Trackscreen en op de spanratel. Span de
ratel aan om het Trackscreen vast te maken. Het is belangrijk dat het scherm zo
strak mogelijk samengetrokken wordt wanneer het geopend is, om schade tijdens
windvlagen te vermijden. Bevestig de tweede sjorring aan het gebouw boven de
interne spanratel om de klemband aan op te hangen wanneer deze niet in gebruik
is, afbeelding 12.
Afbeelding 11, Oppervlaktebout
16
Installatie
NL