Gebruik van de metronoom
Voor het inschakelen van de metronoom drukt u op VOICE of STYLE en vervolgens
op de METRO-toets.
De slinger van de metronoom beweegt zich op het ingestelde tempo en het aantal
slagen verschijnt op het display.
Voor het uitschakelen van de metronoom drukt u opnieuw op de METRO-toets.
Met de toets BEAT kunt u de maat van de metronoom wijzigen. Door herhaaldelijk
op de toets te drukken kunnen 9 verschillende maten in cyclische volgorde gekozen
worden.
Opname
Met deze functie kunt u een eigen melodie opnemen, het max. aantal op te nemen
noten is 37
1.
Druk op de RECORD-toets om de opname te starten. (De aanduiding RE-
CORD wordt met een pijl gekenmerkt).
2.
Speel de gewenste melodie.
3.
Om de opgenomen tonen af te spelen drukt u op de PLAY-toets.
4.
Be indig de opnamefunctie door opnieuw op de RECORD-toets te drukken.
Let op:
De opname wordt automatisch gewist als u het keyboard uitschakelt.
Automatische instrumentkeuze met de O.T.S.-functie
Met deze functie wordt aan het begeleidingsritme automatisch het passende instru-
ment toegewezen.
1.
Druk eenmaal op de STYLE-toets.
2.
Voer een 2-cijferig nummer in voor het begeleidingsritme.
3.
Druk eenmaal op de O.T.S.-toets (de aanduiding O.T.S. verschijnt op het dis-
play).
4.
Als u nu op de VOICE-toets drukt kiest het apparaat automatisch het instru-
ment dat het beste bij het geselecteerde ritme past.
5.
Voor het uitschakelen van deze functie drukt u opnieuw op de O.T.S.-toets.
10