10. OPSTELLING EN MONTAGE
Montagewerkzaamheden mogen uitsluitend worden uitgevoerd door vaklieden, met inachtneming van de montage- en
gebruikshandleiding en de geldende voorschriften en normen.
De volgende punten moeten in acht worden genomen en nageleefd:
■ Het fundament moet egaal en genivelleerd zijn. Het mag in geen enkel opzicht niveauverschillen of oneffenheden
vertonen.
■ Stel het toestel met behulp van een waterpas op en breng het in de juiste stand. Alleen bij horizontaal gemonteer-
de apparaten kan een perfecte werking worden gegarandeerd.
■ Gebruik uitsluitend geschikte montagehulpmiddelen die beantwoorden aan de voorschriften.
■ Het apparaat moet op een zodanige manier worden geïnstalleerd, dat het gemakkelijk toegankelijk is voor onder-
houd en reiniging.
■ Het toestel mag uitsluitend met goedgekeurde en daarvoor geschikte bevestigingsmiddelen aan alle bevestigings-
punten worden gemonteerd.
■ Zet het toestel bij het inbouwen niet vast.
■ Behalve voor het vastzetten van het apparaat op de aangegeven posities, mogen er geen schroef- of boorgaten in
de behuizing worden gemaakt.
■ Het gewicht van het kanaalsysteem mag niet rusten op de behuizing.
■ Voor het ontkoppelen van mechanische trillingen wordt bij montage op een kanaalsysteem een elastische steun
geadviseerd.
■ Ten minste 2,5-voudige diameter aan lengte van het rechte kanaal voor de ventilator
■ De drukmeetslang wordt in het te regelen kanaal (onderdruk) gelegd. Let
er bij de doorvoer op dat de slang dicht is.
1. Deksel
2. Constante drukregeling
3. Bevestigingsbouten
4. Dakventilator
5. Aansluitkabel
6. Drukmeetslang
7. Dakopstand (Accessoires)
NL
1
2
3
4
5
6
7
00
www.ruck.eu |
9