6. Klik op
Back
(Terug) om terug te keren naar de live-weergavemodus.
Algemene instellingen
In dit venster kunt u het monitorbeeld, de interfacetaal, de wachtwoordvereisten voor
aanmelding, de monitorresolutie, alsmede de naam en het adres van de NVR
configureren. Zie Afbeelding 20 hieronder.
De NVR kan de NTSC- of PAL-video-uitgang ondersteunen. De video-indeling wordt
automatisch gedetecteerd.
De wijzigingen worden meteen doorgevoerd zodra u op "Apply" (Toepassen) klikt om
de instellingen op te slaan.
Afbeelding 20: Het venster Monitorinstellingen: Algemene instellingen
Tabel 11: Beschrijving van het scherm voor monitorinstellingen: Algemene instellingen
Optie
1.
Taal
2.
Apparaatnaam
3.
Apparaatadres
4.
Resolutie
5.
Wachtwoord vereist
6.
Wizard inschakelen
7.
Display Status Icons
(Statuspictogrammen
weergeven)
TruVision NVR 10 Gebruikershandleiding
Beschrijving
Hiermee wijzigt u de taal van het systeem.
Selecteer de gewenste taal in de vervolgkeuzelijst en klik op Toepassen.
De weergegeven taal wordt meteen gewijzigd.
Hier definieert u de NVR-naam. De standaardnaam is TVN 10.
Klik op het invoervak en voer de nieuwe naam in met het virtueel
toetsenbord.
Het apparaatnummer voor de NVR bij het programmeren van de
afstandsbediening. De standaardwaarde is "255".
Hiermee kunt u de monitorresolutie instellen.
Selecteer een van de opties in de vervolgkeuzelijst en klik op Toepassen.
De geselecteerde resolutie moet dezelfde zijn als die van de monitor.
Hier definieert u of inloggen met een wachtwoord is vereist.
Schakel het vakje in of uit en klik op Toepassen.
Hiermee definieert u of de wizard wordt gestart wanneer de NVR wordt
ingeschakeld.
Schakel het vakje in of uit en klik op Toepassen.
Hiermee kunt u instellen of de statuspictogrammen wel of niet
weergegeven moeten worden.
9BHoofdstuk 10: Live-weergave
85