De gewenste methode om de koelcapaciteit af te stemmen op de belasting en de weersomstandigheden is het
aanpassen van de luchtstroming door het toerental van alle ventilatoren parallel te verminderen. Meer frequente
visuele inspecties zijn vereist om de afwezigheid van ijsvorming te bevestigen en altijd een betrouwbare werking
te verzekeren.
Het afwisselend in- en uitschakelen van de sproeipomp als middel om de capaciteit van het toestel te regelen
wordt afgeraden.
Sproeipompen moeten worden uitgeschakeld wanneer de ventilator(en) stationair draait (draaien) of onder het
minimum ventilatortoerental voor de pomp werkt (zie tabel "Werkingslogica" onder .) Gebruik met pomp maar
zonder ventilator(en) levert geen noemenswaardige koelcapaciteit op, maar kan leiden tot het ontsnappen van
kleine druppeltjes uit het wateropvangsysteem. Daarom moet deze werkingswijze vermeden worden.
Een laagwaterniveaubeveiliging voor pompbescherming heeft tot doel de pomp te beschermen tegen
drooglopen wanneer er problemen zijn met het suppletiewater of bij extreem waterverlies. De status van het
alarm kan worden gecontroleerd voor de pomp wordt opgestart, maar tijdens de eerste minuut na het opstarten
mag hiermee geen rekening worden gehouden, want een activering van de pomp kan tot een daling van het
waterpeil leiden, waardoor het alarm geactiveerd zou worden. Een normale suppletie stabiliseert het
waterniveau na korte tijd.
Indien het laagwateralarm aangeeft dat er niet meer genoeg water aanwezig is in het koudwaterbekken om een
goede werking te verzekeren, moet de pomp (na 60 seconden) gestopt worden en mag ze pas manueel
heropgestart worden nadat is vastgesteld dat het water in het bekken (bijna) op overloopniveau is.
Indien de laagwaterniveau-pompbeveiliging wordt gebruikt om de pomp te stoppen, moet er een
geschikt controlemechanisme worden ingebouwd om pendelen van de pompmotor te voorkomen.
Wanneer de sproeipomp is gestopt, loopt het water in suspensie terug naar de tank, waardoor het waterniveau
boven het alarmniveau zal stijgen en het alarm onmiddellijk gereset wordt. Er wordt aanbevolen het alarm
handmatig te resetten nadat de oorzaak van het laagwateralarm is verholpen. Frequent starten en stoppen of
pendelen zal de motor beschadigen.
Het hoogwateralarm bevindt zich net onder het overloopniveau en is bedoeld om een waarschuwing te geven
wanneer zich een fout voordoet met het suppletiesysteem tijdens bedrijf. Tijdens afsluiten van de pomp kan het
alarm worden geactiveerd. De schakelaar kan ook worden gebruikt om het toestel na een uitschakelingsperiode
te vullen voordat de pomp wordt gestart.
Werkingslogica
Om de noodzaak van ontdooien te voorkomen, moet het toestel zo lang mogelijk in de droge modus (zonder
sproeiwater) werken. Wanneer de werkelijke condensatietemperatuur in de buurt komt van de
zomercondensatietemperatuur terwijl de ventilatoren op hun maximum snelheid draaien en droge werking niet
langer geschikt is om de volledige warmteafvoer te leveren, kan de sproeipomp worden geactiveerd terwijl de
ventilatorsnelheid moet worden gehandhaafd tussen de minimumventilatorsnelheid voor de pomp en de
maximumventilatorsnelheid voor de winter (zie tabel). Veelvuldig omschakelen tussen natte en droge werking
moet worden vermeden.
Wanneer meerdere Polairistoestellen op hetzelfde koelcircuit zijn geïnstalleerd, wordt aanbevolen om alle
toestellen droog te laten draaien totdat zowel de maximale ventilatorsnelheid als de
zomercondensatietemperatuur zijn bereikt. Bij een toenemende nood aan warmteafvoer, moeten de
afzonderlijke toestellen dan één voor één worden overgeschakeld op natte werking, waarbij hun
ventilatorsnelheid wordt geblokkeerd op de minimumventilatorsnelheeid voor de pomp (zie tabel). Wanneer alle
toestellen in natte modus draaien, kan de ventilatorsnelheid op alle toestellen tegelijk verder worden verhoogd
tot de maximumventilatorsnelheid voor de winter (zie tabel).
Voor toestellen die langere tijd in vriesweer moeten werken, moet een trillingsschakelaar worden gebruikt om
mogelijke ijsvorming zo snel mogelijk te detecteren.
Raadpleeg het voorgestelde regelschema voor een meer gedetailleerd overzicht.
23
5 Winterbedrijf
5 Winterbedrijf
W W W . B A L T I M O R E A I R C O I L . E U