REACTIE
Iedere trigger kan 3 reacties initiëren, uit de volgende lijst:
Reactie
Schakel uitgang 1
Schakel uitgang 2
Stuur SMS
Plaats oproep
6.3 PROGRAMMEREN VAN ACTIEREGELS
Stuur een SMS commando in het volgende formaat:
CODE TRIGGER:REACTIE1,REACTIE2,REACTIE3
Schakel uitgang 2, bel en stuur SMS tekst 'Pomp uitval' na een geactiveerde ingang 2:
Voorbeeld:
1111 IN2:O2ON,CALL,SEND:Pomp uitval
Voorbeeld:
Schakel uitgang 1 na geactiveerde ingang 1:
1111 IN1:O1ON
• Vergeet niet de spatie tussen CODE en de TRIGGER.
• Een oplopende bevestigingspiep klinkt om aan te geven dat de instelling is gelukt. In geval
van een incorrect commando, klinkt een afkeurende toon.
6.4 LIJST MET GEPROGRAMMEERDE ACTIEREGELS
Een lijst met geprogrammeerde actieregels, de ActieRegelLijst (ARL), wordt opgevraagd
middels het volgende SMS bericht
CODE ARLREPORT?
6.5 TIJDGEBASEERDE ACTIEREGELS
Een actieregel kan dagelijks op een vooringestelde tijd worden uitgevoerd. De tijd is dan de
trigger. Om dit te programmeren, zet op volgende manier de tijd in de actieregel.
CODE TIME:hhmm:REACTIE
Commando
Opmerking
O1ON, O1OFF,
Toggle betekent dat de uitgang schakelt als de
trigger komt, ongeacht de status van de uitgang.
O1TGL
O2ON, O2OFF,
O2TGL
SEND:text
Max. 20 karakters. Een alarm SMS bestaat uit de
herkenningstekst en de tekst die hier gedefinieerd is.
De tekst wordt opgeslagen als TEXTy, waar y staat
voor het nummer van de actieregel.
CALL
De unit belt de alarmnummers. De ontvanger hoort
een 2-tonig signaal en kan deze bevestigen middels
het drukken van '1'.
Voorbeeld:
1111 ARLREPORT?
Voorbeeld:
1111 TIME:1115:O1ON
13