Basisfuncties
1
Steek de pin voor uitwerpen in het gaatje naast de lade om de lade te ontgrendelen.
De pin voor uitwerpen moet loodrecht op het gaatje staan. Anders kunt u het apparaat
beschadigen.
2
Trek de lade voorzichtig uit de sleuf van de lade.
3
Plaats de SIM- of USIM-kaart in de lade met de goudkleurige contactpunten omlaag gericht.
4
Druk de SIM- of USIM-kaart voorzichtig in de lade om de kaart vast te zetten.
Als de kaart niet stevig in de lade zit, kan de SIM-kaart uit de lade vallen.
5
Schuif de lade terug in de sleuf van de lade.
• Als u de lade in uw apparaat plaatst terwijl de lade nat is, kan uw apparaat beschadigd
raken. Zorg altijd dat de lade droog is.
• Plaats de lade zo ver mogelijk in de ladesleuf om te voorkomen dat er vocht in uw
apparaat terechtkomt.
Twee SIM- of USIM-kaarten gebruiken
Als u twee SIM-of USIM-kaarten plaatst, kunt u twee telefoonnummers of serviceproviders gebruiken
voor één apparaat.
SIM- of USIM-kaarten activeren
Start de app Instellingen en tik op Verbindingen → SIM-kaartbeheer. Selecteer een SIM- of USIM-
kaart en tik op de schakelaar om deze functie in te schakelen.
SIM- of USIM-kaarten aanpassen
Start de app Instellingen, tik op Verbindingen → SIM-kaartbeheer en selecteer een SIM- of USIM-
kaart voor toegang tot de volgende opties:
• Pictogram: verander het pictogram van de SIM- of USIM-kaart.
• Naam: verander de weergavenaam van de SIM- of USIM-kaart.
• Netwerkmodus: selecteer een netwerktype om met de SIM- of USIM-kaart te gebruiken.
18