Versnelling
De fiets heeft standaard acht versnellingen. De versnelling
wordt bediend door aan de handgreep te draaien. Tijdens het
verdraaien niet trappen.
Controleer voor elke rit:
De remmen
•
De bandenspanning
•
De verlichting
•
Dat alle onderdelen goed vastzitten
•
Dat de accu voldoende is opgeladen (optioneel)
•
Neem contact op met je dealer en gebruik de fiets niet zodra je tijdens de controle
onregelmatigheden constateert!
Zoals met alle mechanische onderdelen is de fiets onderhevig aan slijtage en hoge
belastingen. Als een component bezwijkt, kan dit zeer gevaarlijke situaties tot gevolg
hebben en leiden tot schade of letsel aan de gebruiker van de fiets. Iedere vorm van
scheuren, krassen of verandering van kleur in zwaar belaste delen van een component, is
een indicatie dat het onderdeel vervangen moet worden.
Belangrijke veiligheidspunten voor de berijder
Fiets tijdens de eerste rit uiterst voorzichtig.
•
Houd tijdens het rijden beide handen stevig aan het stuur en de voeten op de
•
pedalen.
Test het rijgedrag van de fiets met gepaste snelheid op een ongelijke
•
ondergrond. Zo leer je om beter te reageren op onverwachte bewegingen van de
fiets en het stuur tijdens het gebruik.
Kleine belemmeringen moeten met gepaste snelheid worden overreden.
•
Obstakels hoger dan vijf centimeter dienen te worden vermeden.
•
Let op bij afdalingen dat zich geen gevaarlijke snelheid ontwikkelt. Rem tijdig en
•
fiets met gematigde snelheid.
Versie 22.03
12/39