Pijpleiding
1. Schroef de pijpleiding indien mogelijk direct of met een
geschikte adapter in de aansluiting met 1½"-
binnendraad (6).
Vlotterschakelaar instellen
Het apparaat is uitgerust met een vlotterschakelaar (4), die het
apparaat bij het betreffende waterpeil automatisch in- en
uitschakelt. Controleer de werking van de vlotterschakelaar (4)
regelmatig.
Schakelpunt
TWP 4005 E
Hoogte inschakelpunt
Hoogte uitschakelpunt
TWP 7505 E / TWP 9005 E
Hoogte inschakelpunt
Hoogte uitschakelpunt
De pomphoogte kan via de vlotterschakelaar (4) en de positie
van de vlotterschakelaarvergrendeling (3) worden geregeld.
Graag de volgende aanwijzingen opvolgen m.b.t. de
vlotterschakelaar (4):
NL
Waterpeil
Ca. 420 mm
Ca. 180 mm
Ca. 600 mm
Ca. 180 mm
schoon water dompelpomp, vlakafzuigend TWP 4005 E / TWP 7505 E / TWP 9005 E
• Houd er rekening mee dat de vlotterschakelaar (4) altijd
voldoende speling heeft en niet permanent geactiveerd
blijft. Dit kan de automatische uitschakeling verhinderen
en het apparaat kan drooglopen. Drooglopen beschadigt de
pomp.
• Zorg dat de vlotterschakelaar (4) vrij kan bewegen en de
bewegingsvrijheid niet wordt beperkt door hindernissen.
• Zorg dat de afstand tussen vlotterschakelaar (4) en
vlotterschakelaarvergrendeling (3) niet te klein is, omdat
dit de automatische uitschakeling kan verhinderen en het
apparaat hierdoor droogloopt.
• Zorg dat de vlotterschakelaar (4) niet zo is ingesteld, dat
deze vlak op de bodem ligt. Dit kan de automatische
uitschakeling verhinderen en het apparaat kan drooglopen.
1. Vergrendel indien nodig de vlotterschakelaar (4) in de
gewenste stand, door de kabel in de
vlotterschakelaarvergrendeling (3) op het apparaat te
drukken.
4
3
9