Inhoudsopgave
Advertenties
Afvoerslang aansluiten
Het apparaat moet via een afvoerslang op een geschikte afvoer
worden aangesloten of met een geschikt opvangreservoir
worden verbonden, zodat het apparaat indien nodig het water
uit het waterreservoir kan afpompen.
Houd rekening met de volgende aanwijzingen bij het aansluiten
van de afvoerslang:
• Zorg dat het opvangreservoir groot genoeg is. Het uiteinde
van de afvoerslang mag niet in het water steken.
• Zorg dat geen verontreinigd water wordt afgevoerd naar de
afvoer.
• De afvoer moet de ontstane waterhoeveelheid kunnen
verwerken.
• Hoogteverschillen tot maximaal 10 m zijn toegestaan.
• Met schadelijke stoffen verontreinigd water afvoeren
volgens de nationale voorschriften.
1. De afvoerslang (Ø 12 mm) aansluiten op de aansluiting
voor de afvoerslang (8).
2. Het andere uiteinde van de slang naar een afvoer of een
opvangreservoir leiden.
• Controleer de afvoerslang en de slangverbindingen
regelmatig op knikken en vervuilingen. Verwijder knikken
en reinig de afvoerslang indien nodig.
10
TTKwic-snelkoppelingen
Het apparaat heeft seriematig twee geïntegreerde TTKwic-
snelkoppelingen (7), waarop de condensafvoerslangen van
maximaal twee toegepaste luchtontvochtigers met
condenspomp kunnen worden aangesloten. De gehele
waterafvoer gebeurt dan centraal via de afvoerslang van de het
apparaat.
Let op
Gebruikt u de TTKwic-aansluitingen van het apparaat,
zorg dan dat het apparaat is ingeschakeld. Is het
apparaat uitgeschakeld, wordt het verzamelde condens
niet weggepompt en kan het evt. overlopen.
Moet het apparaat tijdens het gebruik van de TTKwic-
aansluitingen stiller of helemaal niet werken, schakel
het apparaat dan naar een lager capaciteitsniveau of
schakel de TTKwic-modus in, zie hoofdstuk bediening.
isolatiedroogaggregaat Qube+
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
