9 Bedrijf
Telkens wanneer de voedingsspanning werd ingeschakeld, gaan alle leds branden
en doven ze geleidelijk weer (gedurende deze tijd is de uitgang gesloten wanneer
de uitgang als maakcontact geconfigureerd is)� Daarna is het apparaat gereed
voor gebruik�
Bij een uitval of onderbreking van de voedingsspanning blijven alle instellingen
behouden�
Bedrijfsindicaties
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Storingsweergaven
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Weergave UIT
(er brandt geen led):
10 Onderhoud
Onderhoudsaanbeveling:
► Punt van de sensor geregeld controleren op afzetting�
► Met een zachte doek reinigen� Hardnekkige afzettingen (bijv� kalk) kunnen met
een gewoon verkrijgbare azijnreiniger worden verwijderd�
Groene ledbalk: Actuele stroming binnen het
weergavebereik�
Weergave van het schakelpunt (SP):
- led oranje: Uitgang gesloten.
- led rood: Uitgang open.
led 9 knippert: Actuele stroming boven het
weergavebereik�
led 0 knippert: Actuele stroming ver onder het
weergavebereik�
Kortsluiting aan de schakeluitgang:
Bedrijfsindicatie en rode leds branden bij het
vervangen�
Als de kortsluiting verholpen is, schakelt het
apparaat onmiddellijk weer naar de normale
bedrijfstoestand�
In het display verschijnt de actuele bedrijfsindicatie�
Voedingsspanning te laag (< 19 V) of uitgevallen�
Zorg voor een correcte
voeding�
NL
11