Uitvoeropties selecteren
In dit gedeelte worden de volgende onderdelen behandeld:
■
Afdrukken offset (trapsgewijs) uitvoeren
■
Afdrukken nieten
op pagina 3-51
■
De perforator gebruiken
Uitvoerladen
De printer is voorzien van een uitvoerlade boven op de printer. Als er een afwerkeenheid is
geïnstalleerd, zijn de volgende uitvoeropties beschikbaar:
■
Bovenste uitvoerlade (horizontaal transport)
■
Bovenste uitvoerlade van afwerkeenheid
■
Uitvoerlade van stapeleenheid van afwerkeenheid
■
Uitvoerlade van brochuremodule van afwerkeenheid
Opmerking:
Als u in het stuurprogramma nieten of perforeren selecteert, gaan de afdrukken
automatisch naar een uitvoerlade van de afwerkeenheid.
Een uitvoerlade selecteren in het printerstuurprogramma
Een uitvoerlade selecteren voor een specifieke afdruktaak:
Besturingssysteem
Windows 98 SE,
Windows 2000,
Windows XP,
Windows Server 2003
Mac OS 9 of
Mac OS X Versie 10.2
en hoger
Zie ook:
Afdrukken nieten
op pagina 3-51
De perforator gebruiken
op pagina 3-50
op pagina 3-52
Procedure
1.
Kies het tabblad Uitvoeropties.
2.
Selecteer de uitvoerlade van de afwerkeenheid in de vervolgkeuzelijst
Papierbestemming.
1.
In het dialoogvenster Print selecteert u in de vervolgkeuzelijst
Afwerkopties.
2.
Selecteer de uitvoerlade van de afwerkeenheid in de vervolgkeuzelijst
Papierbestemming.
op pagina 3-52
Phaser® 7760-kleurenlaserprinter
3-49
Uitvoeropties selecteren