Papier en media
5. Als u de papiersoort hebt gewijzigd, selecteert u een optie op het aanraakscherm van het
bedieningspaneel:
• Selecteer P P a a p p i i e e r r i i n n v v o o e e r r om een papierformaat, -soort of -kleur te kiezen.
• Als u een specifieke papiersoort wilt kiezen, drukt u op P P a a p p i i e e r r c c a a t t a a l l o o g g u u s s en selecteert u het papier.
6. Druk op O O p p s s l l a a a a n n en dan op B B e e v v e e s s t t i i g g e e n n .
7. Als u de papiersoort niet hebt gewijzigd, drukt u op A A n n n n u u l l e e r r e e n n om de vorige instellingen te behouden.
PA P I E R I N D E I N VO E G E E N H E I D VO O R N AV E R W E R K I N G P L A AT S E N
De invoegmodule voor naverwerking is een standaard onderdeel van de standaardafwerkeenheid en de
standaardafwerkeenheid met katernmodule. De invoegmodule voor naverwerking wordt gebruikt voor het
invoeren van blanco of voorbedrukte vellen papier die als scheidingsvellen en omslagen worden gebruikt. De
invoegmodule heeft een capaciteit van 200 vel.
1. Verwijder al het papier uit de invoegmodule.
2. Houd de papiergeleiders in het midden vast en verschuif ze naar het benodigde papierformaat.
3. Plaats het papier en lijn dit uit met de voorkant van de lade.
4. Als het papier voorbedrukt is, plaatst u de bedrukte zijde naar boven en voert u de tabkant als eerste de
printer in.
5. Wanneer er papier in de invoegmodule voor naverwerking wordt geplaatst, verschijnt er mogelijk een
scherm waarin u wordt gevraagd de soort en het formaat van het papier te wijzigen of te bevestigen.
Bevestig dat het weergegeven papierformaat en de papiersoort correct zijn om door te gaan.
6. Als u de papiersoort hebt gewijzigd, selecteert u een optie op het aanraakscherm van het bedieningspaneel:
• Selecteer P P a a p p i i e e r r i i n n v v o o e e r r om een papierformaat, -soort of -kleur te kiezen.
• Als u een specifieke papiersoort wilt kiezen, drukt u op P P a a p p i i e e r r c c a a t t a a l l o o g g u u s s en selecteert u het papier.
7. Druk op O O p p s s l l a a a a n n en dan op B B e e v v e e s s t t i i g g e e n n .
8. Als u de papiersoort niet hebt gewijzigd, drukt u op A A n n n n u u l l e e r r e e n n om de vorige instellingen te behouden.
138
Xerox
®
PrimeLink
™
C9065/C9070-printer Gebruikershandleiding