Materiaal
Temperatuur
(°C)
Mica
Glas
Vlakke krijtlaag
Epoxyglasplaat
Fenolhars-
plaat
Elektrische materialen
Halfgeleider
Transistor (kunststof
verzegeld)
Transistor (metaal
diode)
Vergulde koperplaat
Gesoldeerd, gecoat
koper
Looddraad met
zinkcoating
Messingdraad
Begrippen uit de thermografie
Bereik (Span) (contrast)
Zijn de temperaturen binnen het beeld zeer homogeen verdeeld
en liggen ze dicht bij elkaar, kan het zijn dat het beeld niet erg
kleur- / contrastrijk is en contouren niet erg goed zichtbaar zijn.
Om het beeld contrastrijker te maken, drukken op pijl omhoog /
omlaag bij het centrale menutoetsenbord. Zo wordt het
ingestelde temperatuurbereik vergroot, resp. verkleind. De
weergave van de individuele bereiken binnen het beeld wijzigt
en wordt contrastrijker.
Niveau (gemiddelde temperatuur / temperatuurniveau /
helderheid)
Vaak is het zinvol om in combinatie met een aanpassing van het
bereik (zie span) ook de gemiddelde temperatuur (niveau) aan te
passen, resp. te verschuiven. Is eerder bijvoorbeeld het bereik
teruggebracht naar een minimum en wordt dit sterk
teruggebrachte temperatuurbereik verschoven door het
verschuiven van het niveau omhoog/omlaag (drukken op de
rechter, resp. linker pijltoets), wordt het beeld deels onbruikbaar
omdat het volledig wordt over- resp. onderbelicht. Zo kunnen
echter bij het doorlopen van de individuele temperatuurbereiken
zelfs de meest geringe temperatuurverschillen bij het object
zichtbaar worden gemaakt.
NL
Emissiegraad
(gegevens bij
benadering)
0,94 - 0,95
0,91 - 0,92
0,88 - 0,93
0,86
0,80
0,80 - 0,90
0,30 - 0,40
0,89 - 0,90
0,30
0,35
0,28
0,87 - 0,88
warmtebeeldcamera XC300 / XC600
Emissie
Elk lichaam, waarvan de temperatuur boven het absolute
nulpunt van -273,15 °C ligt, zendt warmtestraling uit. Hoe goed
deze wordt uitgestraald, is o.a. afhankelijk van de
oppervlaktegesteldheid (bijv. kleur, structuur,
materiaalsamenstelling, etc.) en de temperatuur zelf. De
emissiegraad van een lichaam geeft aan hoeveel straling het
afgeeft in vergelijking met een ideale zwarte straler. Een ideale
zwarte straler heeft de theoretische emissiegraad 1. Overige
factoren, zoals transmissie en reflectie, kunnen in deze optimale
situatie buiten beschouwing worden gelaten. In de praktijk is dit
echter niet mogelijk. Zo zijn oppervlakken, die al binnen het
zichtbare lichtspectrum sterk reflecteren, vaak ook sterk
reflecterend binnen het spectraalbereik van infrarood, zoals
gepolijst aluminium.
De volgende formule is van toepassing:
Transmissie + reflectie + emissie = 1
In de meeste gevallen is de factor transmissie verwaarloosbaar.
Is het thermografisch te meten oppervlak sterk reflecterend,
neemt het aandeel reflectie overeenkomstig toe en wordt het
aandeel transmissie kleiner.
Voorbeeld:
• Transmissie = 0
• Reflectie = 0,8
• Emissie = 0,2
Sterk reflecterende oppervlakken spiegelen alle mogelijk
temperaturen van omliggende warmtebronnen, die daarom
indirect door de warmtebeeldcamera worden geregistreerd en
gemeten, echter de te meten oppervlaktetemperatuur van het
eigenlijke object niet. Om dit probleem te omzeilen, worden
vaak speciale stickers of sprays met een hoge, gedefinieerde
emissiegraad aangebracht op het te meten oppervlak.
Als uitgangspunt geldt: Hoe hoger de emissiegraad, des te lager
de reflectiegraad, des te beter thermografie kan worden
toegepast.
Reflecterende temperatuur
Het vinden van warmtebronnen uit de omgeving, die de meting
beïnvloeden en de bepaling van de gemiddelde temperatuur, die
hiervan uitgaat en kan worden gereflecteerd van het
thermografisch te meten object.
29