Laserpointer in- of uitschakelen
De laserpointer is vanuit de fabriek uitgeschakeld.
Waarschuwing voor laserstralen
Houd er rekening mee dat bij een ingeschakelde laser
de laserpointer aangaat, zodra u op de meet-toets (4)
drukt.
Gevaar door laserstraling!
Waarschuwing voor laserstralen
Klasse 2 laserstraling.
Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbare
bereik en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudende
straal) maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bij
langer direct in de laserstraal kijken (meer dan
0,25 seconden) kan netvliesschade ontstaan.
Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet met
optische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk het
reflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld
in de laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet op
mensen of dieren.
1. Druk op de laser-toets (7).
ð De indicatie laser (11) verschijnt op het display (8).
ð De laserpointer is ingeschakeld.
2. Druk opnieuw op de laser-toets (7), als u de laserpointer
wilt uitschakelen.
ð De indicatie laser (11) wordt niet meer op het display
weergegeven.
ð De laserpointer is uitgeschakeld.
De displayverlichting in- of uitschakelen
Bij geactiveerde drempelwaarden is de displayverlichting altijd
actief en kan niet worden uitgeschakeld.
Bij gedeactiveerde drempelwaarden kan de displayverlichting
door langer drukken op de SET/verlichting-toets (5), ca. twee
seconden, naar behoefte worden in- of uitgeschakeld.
Het apparaat onthoudt de gekozen instelling bij het
uitschakelen.
°C / °F eenheid omschakelen
1. Druk op de °C/°F-toets (6), om de eenheid voor de
temperatuur om te schakelen tussen graden Celsius en
graden Fahrenheit.
Apparaat uitschakelen
• Bij geactiveerde indicatie SCAN (17), schakelt het apparaat
na ca. 6 minuten automatisch uit.
• Bij geactiveerde indicatie HOLD (16), schakelt het apparaat
na ca. 15 seconden automatisch uit.
1. Druk ca. 3 s op de meet-toets (4).
ð Het apparaat is uitgeschakeld.
8
Onderhoud en reparatie
Batterij vervangen
Het vervangen van de batterij is nodig, als de
batterijstatusindicatie (10) knippert of als het apparaat niet meer
kan worden ingeschakeld (zie hoofdstuk batterij vervangen).
Reiniging
Reinig het apparaat met een vochtige, zachte en pluisvrije doek.
Zorg dat geen vochtigheid in de behuizing komt. Gebruik geen
sprays, oplosmiddelen, alcoholhoudende reinigingsmiddelen of
schuurmiddelen, maar uitsluitend water voor het bevochtigen
van de doek.
Reparatie
Wijzig het apparaat niet en bouw geen reserveonderdelen in.
Neem voor reparaties en controles van het apparaat contact op
met de fabrikant.
Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat kan niet worden ingeschakeld:
• Controleer de laadtoestand van de batterij. Vervang indien
nodig de batterij, zie hoofdstuk Batterij plaatsen.
• Controleer de correcte plaatsing van de batterij. Let op de
juiste positie van de polen.
Neem voor reparaties en controles van het apparaat contact op
met de fabrikant.
pyrometer BP17
NL