Basisinstelling
Opmerking
De nodeID „3" voor een tweede niveauelektrode NRG 1...40 moet lokaal worden
ingesteld, omdat de niveauelektrode NRG 1...40 in de GESTRAfabrieksinstelling wordt
uitgeleverd met nodeID „2"! Op de elektronicaprint van de tweede niveauelektrode
NRG 1...40 moet bovendien een jumper worden omgezet. Houdt de gebruiksaanwij
zing van de niveauelektrode aan.
Fabrieksinstelling
De niveauschakelaar wordt af fabriek geleverd met de volgende instellingen:
Baudrate: 250 kb/s voor 125 meter kabellengte
Meetgevoeligheid: 0,5 µS/cm
NodeID: 1
Relaisafschakelvertraging: 3 seconden.
Configuratie: bedrijf met twee niveauelektroden NRG 1. . .-40
Node-ID bepalen / wijzigen
Wanneer meerdere gelijksoortige systemen via het CANbus netwerk moeten communiceren, dan
moet aan ieder systeem (bijv. begrenzer, regelaar enz.) een nodeID worden toegekend. Voor de mee
ste toepassingen is het voldoende, de instrumenten met de bijbehorende GESTRAfabrieksinstelling
in bedrijf te nemen. Demonteer de onderste klemmenstrook 0 om de codeerschakelaars 8 en 9 in
te kunnen stellen.
Opgelet
Het verdient aanbeveling, de CANbusinstrumenten met de GESTRAfabrieksinstellin
gen in bedrijf te nemen.
De nodeID „3" voor een tweede niveauelektrode NRG 1...40 moet lokaal worden
ingesteld, en de jumper op de print van de tweede niveauelektrode moet lokaal worden
omgezet, omdat de niveauelektrode NRG 1...40 in de GESTRAfabrieksinstelling met
de nodeID „2" wordt uitgeleverd!
In het CANbusnetwerk mogen geen dubbele NodeID's worden toegekend!
vervolg
23