I NS T AL L AT I E H A N DL E I D I N G
Nee
2.12 Gaat het toestel na exact
22 sec uit, nadat de
servomotor begint te lopen?
Ja
2.13 Controleer ontsteking en
vlamoverloop van hoofdbrander en
het 2e-thermokoppelsysteem
Bedrading
-
De zwarte en rode verlengdraad
van het 2e thermokoppel is
aangesloten op:
-
het 2e thermokoppel (beide
draden)
-
de ontvanger (zwarte draad, kan
bij het installeren vergeten
worden)
-
de aarde (rode draad)
Vlamoverloop hoofdbrander
-
Is vlamoverloop hoofdbrander
OK?
De vlam moet het 2e koppel
binnen ca. 18 sec. (nadat
servomotor begint te lopen)
opwarmen. Zo nee, controleer:
-
2e koppel vrij van vermiculiet,
chips of kiezels
-
Plaatsing houtblokken of kiezels
-
Brandergaatjes (plaatselijk)
geblokkeerd.
Verwijder (vermiculiet)stof.
-
Vermiculiet ontbreekt
-
Chips op brander
-
Gebrek aan verbrandingslucht.
Zie 2.15
-
Vermiculiet niet gelijkmatig
over
brander(s) verdeeld.
Spanning 2e thermokoppel
Meet de spanning van het 2e
thermokoppel vlak voor het toestel uit
gaat. Meet tussen de zwarte
verlengdraad en de aarde.
Spanning <1,8mV
Glasraam gemonteerd!
-
Vlamoverloop hoofdbrander te
traag.
Zie hier boven. Deze fout
herstellen, alvorens verdere
actie te nemen!!
-
Vlam stikt, zie 2.15. Herstel,
voordat andere actie wordt
ondernomen!!
-
Branderdruk (te hoog of te laag)
-
2e thermokoppel defect
(output: 0 mV)
-
2e thermokoppel niet juiste
positie.
Buig in juiste positie (zie Bijlage
3, Afb. 43).
-
2e thermokoppel wel in juiste
stand.
Buig dieper in de vlam (op
voorwaarde dat vlamoverloop
en vlambeeld goed zijn!!
(Zie 2.17)
Voltage >1,8mV
-
Ontvanger defect. Vervang.
Nee
2.14 Gaat brander na 'enige
tijd' uit?
Ja
2.15 Controleer
Gas toevoer
-
Branderdruk valt weg als dit
of ander toestel aangaat,
waardoor waakvlam
kleiner/zwakker wordt.
-
Branderdruk (te hoog of te
laag)
Vlammen stikken, gebrek aan
verbrandingslucht.
Dansende vlammen op de brander.
-
Te weining
verbrandingslucht.
Controleer:
-
is afvoersysteem toegelaten
-
juiste muur/dakdoorvoer
gebruikt, van merk 'DRU'
-
muur/dakdoorvoer mond uit
in de voorgeschreven vlakken,
vrij van verstoringen door
muren en daken
-
intergiteit van het
afvoersysteem
(geen onderbrekingen of
verstoppingen, b.v.
spinnewebben)
-
luchtinlaatgeleiders
-
restricties
-
smoorringen
Zie de handleiding voor de
specifeke instellingen.
®
PowerVent
?
Controleer of drukinstelunit te laag
is afgesteld.
®
Raadpleeg handleiding PowerVent
Waakvlambrander
-
Waakvlambrander vervuild.
Zwakke waakvlam, die door
de vlammen van de
hoofdbrander van het
thermokoppel wordt
weggetrokken. Schoonblazen
met perslucht. Zie 2.04.
Ja
2.16 Is het vlambeeld OK?
Nee
2.17 Controleer
Vlammen: te laag
-
Branderdruk valt weg als dit
of ander toestel aangaat,
waardoor vlammen lager
worden.
-
Branderdruk (te laag)
-
Valse lucht: Controleer
pakking
glasraam/aansluiting
glasruiten van twee- en
driezijge toestellen op elkaar
moet zonder kieren zijn.
Vlammen: te hoog
-
Voordruk
-
Branderdruk
Vlammen: vlambeeld scheef of op
deel brander ontbrekend
-
Plaatsing houtblokken of
kiezels
-
Brandergaatjes (lokaal)
geblokkeerd.
Verwijder (vermiculiet)stof.
-
Vermiculiet niet gelijkmatig
over de brander(s) verdeeld
-
Instelling smoorring(en)
Vlammen: te blauw/te geel of
roetend
-
Luchtinlaatgeleiders
-
Restricties
-
Smoorringen
Vlammen stikken; te weinig
verbrandingslucht
-
Dansende vlammen op de
brander, die naar lucht
zoeken. Zie 2.15
Vlambeeld onrustig
Indicatie voor te veel trek.
Controleer:
-
instelling luchtinlaatgeleiders
en restrictie
-
verticale lengte afvoer te
groot
-
ruitafdichting niet goed
®
PowerVent
?
Controleer of:
-
Drukinstelunit te hoog is
afgesteld
-
Drukmeetleiding(en) lek
®
Raadpleeg handleiding PowerVent
Ja
2.18 kan het toestel
uitgeschakeld worden?
Nee
2.19 Vervang het regelblok
(magneetklep sluit niet snel
genoeg door enig permanent
magnetisme)
2.20 Perfect!!
U heeft een goed
functionerend toestel.
NL