Om de vouwer te gebruiken, selecteert u deze als volgt bij het verzenden van de taak om af te drukken:
Voorpaneel: tik op het pictogram
●
Bij het afdrukken of kopiëren vanaf een USB-flashdrive kunt u de vouwer selecteren als uitvoerbestemming
en de vouwstijl selecteren.
Printerstuurprogramma: ga naar de printereigenschappen, selecteer het tabblad Lay-out/uitvoer en wijzig
●
de uitvoerbestemming naar Vouwer.
De eerste keer dat u de vouwer gebruikt, moet u de vouwstijlen opgeven die u denkt te gebruiken Om dat
te doen, gaat u naar het voorpaneel en tikt u op het pictogram
Uitvoerbestemming > Afdrukken vanuit stuurprogramma; daar kunt u een vouwstijl toewijzen voor elke
vooraf gedefinieerde waarde.
Daarom kunt u vervolgens in het dialoogvenster Afdrukken elke vooraf gedefinieerde of de
standaardinstelling selecteren.
106 Hoofdstuk 7 Verzamelen en voltooien
en vervolgens op Uitvoerbestemming > Vouwer.
en vervolgens op
NLWW