STAP 7
1. Het stuur dient door middel van een stuurstang op punt B, verbonden te
worden met punt A. Bouten en moeren zijn reeds in de stuurstang aanwezig.
2. Draai de bouten los. Positioneer de stuurstang volgens afbeelding (bij B) in
het middelste gat (voor verstelmogelijkheden zie p.30). Draai de bouten weer
vast met ringsleutel 13 en steeksleutel 11. Zet steeksleutel 11 net onder het
kogelgewricht.
A
3. Zet nu het stuur recht, in de juiste positie, ten opzichte van het voorwiel.
Stuurstang monteren
Benodigdheden
- Stuurstang
- Ringsleutel 13
- Steeksleutel 11
B
14