Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Werking; Systeembeperkingen - Vega POINTRAC 31 Beknopte Handleiding

Radiometrische voor niveausignalering
Verberg thumbnails Zie ook voor POINTRAC 31:
Inhoudsopgave

Advertenties

Toepassingsgebied
Werkingsprincipe
Activiteit van de stra-
lingsbron
Alineariteit van de pro-
ceswaarde
Externe straling
POINTRAC 31 • Vierdraads 8/16 mA/HART
2.2

Werking

Het instrument is geschikt voor toepassingen in vloeistoffen en
stortgoederen in tanks onder moeilijke procesomstandigheden. De
toepassingsmogelijkheden liggen binnen praktisch alle industriële
branches.
Het niveau wordt contactloos door de tankwand heen gesignaleerd. U
heeft geen procesaansluiting of opening in de tank nodig. Het instru-
ment is daardoor ideaal geschikt voor installatie achteraf.
Bij de radiometrische meting zendt een Cesium-137- of Ko-
balt-60-isotoop gebundelde gammastraling uit, die bij het doordringen
van de tankwand en het medium wordt afgezwakt. De PVT-staafde-
tector aan de tegenoverliggende zijde van de tank ontvangt de bin-
nenkomende straling. Wanneer de intensiteit van de straling bijv. door
demping door het product onder een ingestelde waarde ligt, schakelt
de POINTRAC 31. Het meetprincipe heeft zich onder extreme proces-
omstandigheden bewezen, omdat het contactloos van buiten door
de tankwand heen meet. Het meetsysteem waarborgt maximale vei-
ligheid, betrouwbaarheid en installatiebeschikbaarheid onafhankelijk
van het medium en de eigenschappen daarvan.
2.3

Systeembeperkingen

Er bestaan meerdere factoren afhankelijk van het meetprincipe, die
het meetresultaat beïnvloeden kunnen. Houd rekening met deze
factoren, om de volledige functionaliteit van het instrument voor wat
betreft meetzekerheid en reproduceerbaarheid te gebruiken.
De toegepaste isotoop en de activiteit daarvan moet overeenkomstig
de omstandigheden van de tank en het product worden gekozen. De
noodzakelijke stralingsactiviteit moet op basis van de installatiedata
worden berekend.
Gebruik daarvoor onze projecteringsservice, om een optimale di-
mensionering van de meting en de gebruikte isotoop te realiseren. Dit
geldt voor SIL-toepassingen in het bijzonder.
Op basis van de fysische eigenschappen van de radioactieve straling
varieert de pulsfrequentie in geringe mate. Stel een geschikte dem-
ping in, om een stabiele meetwaarde te verkrijgen.
De relatie tussen vulhoogte en de door de sensor gemeten pulsfre-
quentie is niet lineair.
Maak een linearisatietabel aan, om een lineair niveausignaal te ver-
krijgen. Om zo nauwkeurig mogelijke meetresultaten te krijgen, moet
u er bij het aanmaken van de linearisatietabel op letten, dat u het
werkelijke niveau van de meetpunten zo nauwkeurig mogelijk invoert.
Externe stralingsbronnen kunnen de meetwaarde beïnvloeden (bijv.
bij lasnaadbeproevingen). Bij veiligheidsrelevante toepassingen moet
de veiligheidsfunctie voor de duur van het optreden van de externe
straling als onveilig worden beschouwd.
2 Productbeschrijving
7

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave