5.9.7
Luchttoevoer vanuit de gevel en een dakuitmonding met gemeenschappelijk afvoersysteem op basis van
overdruk
Toestelcategorie: C83
Een luchttoevoer vanuit de gevel en een dakuitmonding met een gemeenschappelijk
afvoersysteem is toegestaan.
BELANGRIJK
• Geldt alleen voor toestelcategorie C83.
• De luchttoevoer in de gevel moet voorzien worden van een
Intergas inlaatrooster (art.nr.: 926187).
• Het gemeenschappelijk afvoersysteem moet voorzien
worden van een trekkende afvoerkap volgens BRL QA 19.
• Als het gemeenschappelijk afvoersysteem in de
buitenlucht wordt gesitueerd, moet de afvoerleiding
dubbelwandig of geïsoleerd uitgevoerd worden.
• Zie voor beugelen § 5.9.11.
De minimale diameters van het gemeenschappelijk afvoersysteem
Aantal toestellen
HReco 24
C83
2
90
3
100
4
110
5
110
6
130
7
130
8
150
9
150
10
150
11
150
12
165
13
165
14
165
15
165
16
165
17
165
18
180
19
180
20
180
Rookgasafvoer- en luchttoevoerleiding
Voor de montage, zie § 5.9 Montage algemeen.
Gemeenschappelijke rookgasafvoer
De uitmonding van de rookgasafvoer kan op een willekeurige plaats in het schuine
dakvlak gemaakt worden, mits de uitmonding in het dakvlak dezelfde oriëntatie heeft
als de luchttoevoer in de gevel. Bij een platdak moet de uitmonding van de
rookgasafvoer in het "vrije" uitmondingsgebied gemaakt worden.
Breng een condensafvoer aan.
Opmerking
Het gemeenschappelijk afvoersysteem op basis van overdruk is in combinatie met
het toestel gekeurd. Bij toepassing moet het toestel voorzien worden van een
rookgas terugslagklep (art.nr.090417)
Intergas Verwarming BV
Diameter rookgasafvoer
HReco 30
HReco 36
C83
C83
90
100
100
110
110
130
130
130
130
150
130
160
150
160
150
160
160
170
160
170
160
170
180
200
180
200
180
200
180
200
200
210
200
210
200
210
200
210
39