Inhoudsopgave
Advertenties
Bedieningsinstructie
Neem de contactsleutel uit het slot.
7.3
Noodstop.
Aan de buitenkant van de omkasting zit de noodstopknop. Met deze noodstopknop kan het ag-
gregaat in een noodsituatie uitgeschakeld worden. Na het bedienen van de noodstopknop zal de
generatorhoofdschakelaar direct afgeschakeld worden en het aggregaat zal stilvallen. Het lampje
van de noodstop-resetschakelaar (8) zal oplichten. Voordat het aggregaat opnieuw gestart kan
worden, moet de noodstopknop ontgrendeld worden door hem linksom te draaien en moet de
resetschakelaar (8) ingedrukt worden. Het lampje zal dan uitgaan. Voor het juist starten van het
aggregaat zie 7.1 Starten van het aggregaat.
LET OP!
De noodstop dient tijdens gebruik zichtbaar en bereikbaar te zijn.
De noodstopknop aan de buitenzijde van de omkasting is voorzien van een klepje dat de knop
afdekt tegen oneigenlijk gebruik b.v. vandalisme. Bij gebruik van dit klepje moet men de risico's
van wel of niet afdekken van de noodstopknop tegen elkaar afwegen.
7.4
Aardlekbeveiliging (optioneel)
Een Aardlekbeveiliging of isolatiebewaking is verplicht zodra een elektrisch apparaat direct aan-
gesloten wordt op een aggregaat.
De wandcontactdoos op bijvoorbeeld een 50 kVA (125 Ampère) moet ook gezien worden als
doorkoppel doos waarop weer een onderverdeling kan worden aangesloten, uiteraard voorzien
van één of meer aardlekschakelaars. Bij stekkerverbindingen tot en met 32 Ampère dient men
een aardlekbeveiliging toe te passen van maximaal 0,03 Ampère. Bij grotere aansluitingen mag
men een aardlek van 0.3 Ampère gebruiken. De maximale uitschakeltijd mag maximaal 0,3 se-
conde wezen
Is een aggregaat voorzien van aardlekschakelaar(s) en/ of van een aardlekbeveiligingsmodule.
Dan schakelt deze de hoofdschakelaar uit bij een aardfout.
Wanneer het indicatielampje "AARDFOUT" (8) tijdens het draaien van de motor gaat branden, is
er een aardfout opgetreden. De hoofdschakelaar wordt afgeschakeld.
Spoor de oorzaak van de aardfout op en herstel deze!
Druk op de aardfout reset schakelaar (gecombineerd met het indicatielampje (9)) om de aard-
fout te resetten.
Schakel de hoofdschakelaar weer in.
Aanbevolen wordt om voor ieder gebruik van het aggregaat
de aardlekbeveiligingsmodule te testen.
Test de module op de navolgende wijze.
Start het aggregaat zoals beschreven in hoofdstuk 7.1
Schakel de hoofdschakelaar in.
De groene LED op de aardlekmodule brandt.
Druk op de schakelaar "test" van de module.
De generatorhoofdschakelaar wordt nu afgeschakeld en de rode LED brandt. Wordt de hoofd-
schakelaar niet afgeschakeld, controleer dan de module en de bedrading!
© - Bredenoord Aggregaten – 50 kVA v1.0 april 2009
Figuur 7: Aardlekmodule
18
Advertenties
Inhoudsopgave
