Gebruik RFID-lezer
De RFID-sleutellezer maakt het mogelijk om op het systeem te werken met behulp van digitale sleutels.
De handelingen die via de lezer kunnen worden verricht zijn:
•
Alles inschakelen
•
Uitschakelen
•
Inschakeling scenario's (cyclusmodus)
BELANGRIJK: de handelingen die kunnen worden uitgevoerd via de sleutel zijn gekoppeld aan de toestemmingen
van de gebruiker waaraan de sleutel is gekoppeld.
De handelingen worden uitgevoerd op de zones waarvoor de lezer en de aan de sleutel gekoppelde gebruiker
geactiveerd zijn.
Signaleringen RFID-lezer
In ruststand zal de RFID-lezer de systeemstatus niet tonen, om ervoor te zorgen dat de leds de status tonen, dient de sleutel
langs de gevoelige zone te worden gehaald.
Deze modus duurt een door de installateur in de programmeerfase bepaalde tijd, bij het verlaten van de fabriek is de waarde
ingesteld op 120 seconden. Als deze tijd is ingesteld als ongelimiteerd, is het niet nodig om de sleutel te gebruiken om de
status van het systeem op de LEDs te zien, maar zal deze altijd zichtbaar zijn.
BELANGRIJK: als de installateur de lezer heeft geconfigureerd met een ongelimiteerde tijd voor 'weergave systeemstatus',
wordt niet langer voldaan aan de norm EN 50131-1.
Alle hierna beschreven handelingen zijn voor ongelimiteerde tijd voor weergave systeemstatus. Voor gebruik met
gelimiteerde tijd, voegt u een extra sleutelaflezing toe vóór iedere handeling.
Betekenis van de LEDs
De lezer heeft 4 signaleringsleds, de betekenis hiervan varieert al naargelang de status waarin de lezer zich bevindt:
•
lezer in rust (geen cyclus aan de gang): de LEDS tonen de status van de zones die zijn geactiveerd op de lezer
•
cyclus aan de gang: De LEDS lichten één voor één op om de gebruiker te tonen uit welke scenario's kan worden
gekozen.
•
gedurende het presenteren van de sleutel
De cyclusacties die standaard aan de leds zijn gekoppeld zijn:
•
Rode LED: Alles inschakelen
•
Gele LED: Scenario P1
•
Blauwe LED: Scenario P2
•
Groene LED: Scenario P1+P2
BELANGRIJK: De aan de leds gekoppelde acties kunnen door de installateur gewijzigd worden tijdens de
programmering van het systeem.
67