Na het indrukken van de drukknop voor gedeeltelijke inschakeling verschijnt:
1
2
3
1. Geselecteerde partitie (door op de pijlen te drukken is het mogelijk van partitie te veranderen).
2. Informatie (door op "i" te drukken worden de zones getoond die worden ingeschakeld met dit type inschakeling.
Als er geen zone wordt getoond, betekent dit dat dit type inschakeling niet mogelijk is).
3. Beschikbare types inschakeling (zal groen zijn als de zone in de betreffende modus is ingeschakeld, zie fig. 3B)
4. Activeringsopdracht onmiddellijke inschakelingen (zonder rekening te houden met uitgangstijden).
5. Activeringsopdracht vertraagde inschakelingen (met uitgangstijd).
Om de geselecteerde zone in te schakelen, drukt u op de drukknop 4 of 5 (afhankelijk van de gewenste
tijdsinstelling) die hoort bij het soort inschakeling dat moet worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld: voor onmiddellijke
inschakeling van de zone in P1 drukt u op IMM (ONM) naast P1.
Opdracht inschakelingen
1. Met dit item selecteert u welke scenario's naar het 'hoofdscherm' worden meegenomen en kunt u één van de
geprogrammeerde scenario's uitvoeren.
1
2
1. Drukknoppen uitvoering scenario. Door de toets in te drukken, wordt het betreffende scenario uitgevoerd.
» Bij bevestiging van de uitvoering van de scenario's verschijnt het scherm Systeemanalyse, gevolgd door het
scherm 'Inschakeling uitgevoerd'
2. Drukknoppen voor selectie scenario's in de hoofdpagina. Door deze knoppen in te drukken wordt de
aanwezigheid van de toets van het scenario in het hoofdscherm geactiveerd/gedeactiveerd. Als de drukknop
groen is, is hij aanwezig in het hoofdscherm, als hij grijs is niet.
» Bij bevestiging van de activering/deactivering van een drukknop in het hoofdscherm, verschijnt het scherm 'Actie
uitgevoerd'.
3. Scrollen van de pagina.
46
4
5
3B
Partitie ingeschakeld
3