Veiligheidsmaatregelen
Plaats van installatie
■ Raadpleeg de leverancier om de airconditioner in de volgende soorten omgevingen te installeren.
• Plaatsen met een olieachtige omgeving of waar damp of roet voorkomt.
• Zouthoudende omgeving, zoals kustgebieden.
• Plaatsen waar zwavelgas voorkomt, zoals hete bronnen.
• Plaatsen waar sneeuw de buitenunit kan blokkeren.
• De unit minstens 1 meter verwijderd is van een radio of televisie-apparaat (omdat de unit beeld
of geluid kan verstoren).
• De binnenunit houdt een afstand van minstens 1,5 m tussen branddetectoren en de luchtuitlaat
van de binnenunit (alleen voor het R32-koelmiddel).
De afvoer van de buitenunit moet worden afgewaterd naar een plaats met een goede drainage.
Let op: het lawaai van de unit kan storend zijn voor uw buren.
■ Kies voor installatie een plaats zoals hieronder wordt beschreven.
• Een plaats met voldoende draagvermogen voor de unit die het werkgeluid of de werktrillingen niet versterkt.
• Een plaats waar de afgevoerde lucht van de buitenunit of het geluid uw buren niet hindert
wanneer het toestel werkt.
Elektrische werkzaamheden
• Zorg er bij de stroomvoorziening voor dat u een apart stroomcircuit gebruikt dat alleen voor de
airconditioner is bestemd.
Het systeem naar een andere plaats brengen
• Voor het herplaatsen van de airconditioner zijn gespecialiseerde kennis en vaardigheden nodig.
Raadpleeg de leverancier als herplaatsing nodig is voor verhuizen of verbouwen.
5