Wilo-RainSystem AF Basic
n De persleiding en de drinkwateraansluiting moeten spanningsvrij op de installatie
aangesloten worden. Het gewicht van de leidingen moet worden ondersteund. Ter
plaatse kan op de perszijde een manometer worden geplaatst.
n Alle buisaansluitingen moeten worden uitgevoerd met ontkoppelbare verbindingen
(schroefverbindingen).
OPGELET!
De vlotter van de vlotterschakelaar (als niveaumelder) bevindt zich 100 mm boven de
n
voetklep en is vrij beweeglijk aan de kabel bevestigd, zodanig dat in de zone onder het
minimumniveau van de put geen lucht kan worden opgezogen. De manier van
bevestigen is daarbij afhankelijk van het type van put of voorraadtank.
Alle tappunten moeten worden voorzien van een waarschuwingsplaatje "Geen
n
drinkwater!". Volgens DIN 1988, T2, hfst. 3.3.2. is een schriftelijke of symbolische
weergave mogelijk. Uit veiligheidsoverwegingen wordt bovendien aanbevolen om
alleen afsluitarmaturen te gebruiken, die door onbevoegden niet kunnen bediend
worden.
Om een storingsvrije werking van de installatie te garanderen, wordt sterk aanbevolen
n
om een Wilo-filteropvangreservoir of Wilo-DuoFilters (toebehoren) vóór de put te
installeren.
De overloop van de tank voor alternatieve drinkwatervoeding moet zodanig
n
aangesloten worden dat een vrije uitloop mogelijk is. De minimumafstand tussen de
onderkant van overloopbuis en de buisleiding naar het kanaal moet minstens 100 mm
bedragen. (zie figuur 5a)
5.2 Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting dient door een door het lokale energiebedrijf (EB)
erkende elektro-installateur overeenkomstig de geldende lokale voorschriften
(bv. VDE-voorschriften) te worden uitgevoerd.
Wij raden aan om een verliesstroom-veiligheidsschakelaar (FI-schakelaar) te
voorzien.
De netkabel en de vlotterkabel door de overeenkomstige doorvoeringen op de
klemmenstrook van de kast aansluiten (linkerzone : onderkant).
Stroomsoort en spanning van de netaansluiting moeten overeenstemmen met de
n
gegevens op het kenplaatje.
Zekering aan de kant van het net: 10 resp. 16 A, traag
n
Zekering in de schakelkast RCB: 8 A, traag (zekering 5 x 20)
n
De toegang tot de stekker van het toestel (Schuko-stekker) moet op ieder ogenblik
n
gegarandeerd worden.
De vlotterschakelaar moet overeenkomstig figuur 4 aangesloten worden.
n
(Er bestaat een bijkomende aardingsmogelijkheid op de pompmotor (PE-aanduiding).)
n
WILO NV • Rusatiralaan 2 • 1083 Ganshoren • Tel. 02/482.33.33 • Fax 02/482.33.30 • info@wilo.be • www.wilo.be
De kabel van de vlotterschakelaar naar de regenwaterput wordt door
een wachtbuis getrokken. De kabel moet losjes liggen. Bochten en
knopen moeten worden vermeden.
9