Dit systeem paren met
een BLUETOOTH-
apparaat
Paren is een bediening waarmee
BLUETOOTH-apparaten zich van
tevoren bij elkaar registreren. Wanneer
een paringsbediening eenmaal is
uitgevoerd, hoeft dit niet opnieuw te
worden gedaan.
Als uw apparaat een NFC-compatibele
smartphone is, is de handmatige
paringsprocedure niet noodzakelijk.
(Zie "One-touch BLUETOOTH-
verbinding met NFC" (pagina 45).)
1
Plaats het BLUETOOTH-apparaat
binnen een afstand van 1 meter
van het apparaat.
2
Druk herhaaldelijk op FUNCTION
om "BLUETOOTH" te selecteren.
Tip
Wanneer er geen paringsinformatie
• •
over het systeem is (bijvoorbeeld
wanneer u de BLUETOOTH-functie
voor het eerst na aanschaf gebruikt),
knippert "PAIRING" op het display en
roept het systeem de paringsfunctie
op. Ga verder met stap 4.
Als het systeem is aangesloten op
• •
een BLUETOOTH-apparaat, drukt u
op BLUETOOTH op het apparaat om
de verbinding te verbreken.
3
Houd
apparaat gedurende 2
seconden of langer ingedrukt.
"PAIRING" knippert op het display.
4
Voer de paringsprocedure uit
op het BLUETOOTH-apparaat.
Voor meer informatie raadpleegt u
de gebruiksaanwijzing van uw
BLUETOOTH-apparaat.
42
NL
PAIRING op het
5
Selecteer "MHC-V41D" op het
display van het BLUETOOTH-
apparaat.
Voer deze stap binnen 5 minuten uit
omdat anders het paren zal worden
geannuleerd. Herhaal in dat geval
vanaf stap 3.
Opmerking
Als een wachtwoord gevraagd wordt
door het BLUETOOTH-apparaat,
voert u "0000" in. "Wachtwoord"
kan ook worden genoemd "Sleutel",
"PIN-code", "PIN-nummer" of
"Toegangscode".
6
Breng een verbinding tot stand
met het BLUETOOTH-apparaat.
Nadat het paren voltooid is en de
BLUETOOTH-verbinding tot stand is
gebracht, wordt de BLUETOOTH-
apparaatnaam afgebeeld op het
display.
Afhankelijk van het BLUETOOTH-
apparaat, kan de verbinding
automatisch starten nadat het
paren is voltooid.
U kunt het BLUETOOTH-
apparaatadres controleren door
herhaaldelijk op DISPLAY te
drukken.
Opmerking
U kunt maximaal 8 BLUETOOTH-
• •
apparaten paren. Wanneer het 9e
BLUETOOTH-apparaat wordt gepaard,
wordt het oudste gepaarde apparaat
verwijderd.
Als u een ander BLUETOOTH-apparaat
• •
wilt paren, herhaalt u de stappen 1 tot
en met 6.
• •
Als het laatst verbonden BLUETOOTH-
apparaat in de buurt is, wordt
automatisch een BLUETOOTH-
verbinding tot stand gebracht en
wordt de BLUETOOTH-apparaatnaam
afgebeeld op het display.