Belangrijk bij het stoken van de bufferhoutkachel is de hoeveelheid houtskool op het rooster. Dit regelt
zichzelf, u hoef hieraan niets te doen, een forse laag houtskool is een teken dat de kachel goed brandt.
Als u door de ruit kijkt en grotere delen van het rooster kunt zien is de hoeveelheid houtskool wat
mager, normaal gesproken ziet u het rooster niet en ligt de laag houtskool tot de onderkant van de ruit.
U heeft dan wellicht te snel te dikke stukken hout bijgevuld vlak na het aanmaken, het hout is te nat, of
de kachel brandt op een te kleine stand.
Als er niet veel houtskool op het rooster ligt, zet dan de secundairlucht schuif op 1.
Het kan ook gebeuren dat de laag houtskool zeer dik wordt en een groot deel van de
hoofdverbrandingskamer vult. Dit is geen probleem maar de kachel brand dan soms wel wat minder
heet. Door de secundairlucht wat verder open te zetten zal het houtskool sneller opbranden met een
hogere temperatuur, er komt weer ruimte voor meer hout, en de temperatuur zal stijgen.
Gebruikershandleiding WILMONT BF-9 V1.0
21