Kokers.
De vulkokers welke de houtblokken bufferen hebben verschillende afmetingen voor verschillende
maten houtblokken. Vul kleine houtblokken in de kleine koker, al wat niet past doet u in de middelgrote
koker, de grootste blokken gaan in de achterste koker. Let op met te dunne blokken in een te grote
koker, deze hebben meer kans op klemmen.
In het hoofdstuk 'Bijvullen' staat uitgebreid beschreven waar u op dient te letten bij het vullen van de
kachel.
Ook de kokers zullen een roet/teer afzetting aan de binnenkant krijgen, ook zal er vocht op de
binnenkant van de kokers condenseren. Dit is normaal, probeer de kokers niet schoon te maken, dat is
niet nodig.
Tussen de kokers is de T-schuif geplaatst, deze dient voor het kleiner maken van de verbrandingskamer
bij het lager zetten van de kachel. De schuif is ingebouwd en afgedicht met glasvezel koord. Dit koord is
niet aan slijtage onderhevig en behoeft geen onderhoud. De T-schuif wordt verzet met de instel
hefboom, en dient samen met de primairlucht klep voor het hoger en lager zetten van de kachel.
Omdat bij het kleiner zetten van de kachel niet alleen de primairlucht wordt verminderd maar ook de
verbrandingskamer kleiner wordt gemaakt, worden de houtgassen niet zuurstofarm verbrand. Het vuur
wordt in zijn geheel kleiner gemaakt, het proces blijft echter op gang en de temperatuur in de
hoofdverbrandingskamer blijft hoog. Hierdoor blijft de verbranding bij een laag brandende kachel nog
steeds relatief schoon, het vuur wordt niet 'gesmoord', maar verkleind.
Instel hefboom.
Hoger en lager zetten van de kachel doet u met de instelhefboom. U kunt deze omhoog bewegen, hij zal
blijven staan op een ingestelde stand, bij inknijpen van de blokkeer knop kunt u de hefboom weer
omlaag bewegen.
De aanwijzer toont op welke stand de kachel staat, 2 is minimaal, 9 is maximaal.
De instelhefboom bedient de T-schuif en de primairlucht klep, wanneer de hefboom geheel naar onder
wordt doorgedrukt gaat de bypass klep open en wordt de hoofdverbrandingskamer direct met de
schoorsteenpijp doorverbonden. De wervelkamer wordt dan overgeslagen. Dit doet u bij aanmaken en
bij bijvullen van de kachel.
Normaal gesproken stookt u de kachel op stand 3 tot 5 bij laag vuur, stand 2 wordt vooral gebruikt om
de kachel sneller naar een lagere stand te krijgen. Continu op stand 2 stoken zorgt voor een te koude
kachel, wat weer een slechte trek en onvolledige verbranding tot gevolg heeft. Stand 9 is natuurlijk
maximaal vermogen. Het zal afhangen van uw schoorsteen en het hout wat u gebruikt, wat voor u de
juiste instelling is.
Dit verschilt bij elke situatie en moet u zelf uitvinden.
Heb hierbij geen haast, een verandering van de stand geeft niet meteen resultaat. Het duurt even totdat
de kachel zijn nieuwe evenwicht weer heeft gevonden, neem de tijd.
Gebruikershandleiding WILMONT BF-9 V1.0
17