58
nl | Geavanceerde modus
–
–
Stream
Selecteer de datastream die voor standaard opnamen moet
worden gebruikt. (U kunt de datastream voor alarmopnamen
los en onafhankelijk hiervan selecteren.)
Alarmopname
Selecteer de Tijd vóór alarm in de keuzelijst.
Selecteer de Tijd na alarm in de keuzelijst.
Selecteer de Alarm stream voor gebruik bij alarmopname. Het
coderingsinterval voor alarmopname kan worden geselecteerd
uit de vastgelegde profielen.
Alarmtriggers
Selecteer het alarmtype (Alarmingang/ Bewegings-/Audio-
alarm/Alarm bij videoverlies) dat een opname moet activeren.
Selecteer de sensoren voor Virtueel alarm die een opname
moeten activeren, bijv. via RCP+ commando's of alarmscripts.
6.5.3
Bewaartijd
Hier kunt u de bewaartijden voor opnamen opgeven. Als de
beschikbare geheugencapaciteit van een medium is verbruikt,
worden oudere opnamen alleen overschreven wanneer de hier
ingevoerde bewaartijd is verstreken.
Zorg ervoor dat de bewaartijd overeenkomt met de beschikbare
geheugencapaciteit. Als vuistregel voor het berekenen van het
benodigde geheugen geldt: 1 GB per uur bewaartijd met VGA
voor volledige beeldfrequentie en hoge beeldkwaliteit.
Voer de gewenste bewaartijd in uren of dagen in voor elke
opname. Opname 1 hoort bij Stream 1, Opname 2 hoort bij
Stream 2.
AR18-09-B003 | v1.1 | 2010.05
Als u Tijd voor alarm selecteert, vindt de opname alleen
plaats gedurende de tijd vóór het alarm, tijdens het alarm
en gedurende de tijd na alarm.
Uit: er vindt geen automatische opname plaats.
Installatie- en bedieningshandleiding
IP Camera 200 serie
Bosch Security Systems