F Het starten van het programma
Nadat u een programma heeft gekozen
gaat de Start/Stop - toets knipperen.
Dat betekent dat u het gekozen pro-
gramma kunt starten.
^ Druk op de Start/Stop - toets.
De toets gaat nu branden.
Bij programma's met een variabele
droogtegraad gaat het controlelampje
Perfect Dry knipperen.
Na ca. 1 minuut gaat het lampje uit.
Het blijft bij de volgende programma's
altijd donker: Wol, Warme lucht, Glad-
strijken.
Zie hoofdstuk: "Bediening van de
droogautomaat".
Het display geeft de tijd aan die het ge-
kozen programma ongeveer gaat du-
ren, de zgn. resttijd.
Deze kan in de loop van het program-
ma veranderen.
Afkoelfase
Op de verwarmingsfase volgt de af-
koelfase. Het wasgoed wordt door een
koude luchtstroom afgekoeld. In het
display verschijnt Koude lucht.
Dit geldt echter niet voor het program-
ma Wol.
Bij programma's met een variabele
droogtegraad gaat het controlelampje
Perfect Dry branden.
Einde van het programma
Wanneer het display 0 en Einde aan-
geeft, is het eigenlijke programma afge-
lopen.
Zo droogt u goed
Wanneer u de extra functie Zoemer
hebt ingeschakeld, gaat bovendien de
zoemer met regelmatige tussenpozen.
Wanneer u het wasgoed niet direct na
afloop van het programma uit de trom-
mel haalt, volgt de kreukbeveiliging, als
deze tenminste is ingeschakeld.
De kreukbeveiliging geldt niet voor Wol.
Zie hoofdstuk: "Programmeerfuncties",
paragraaf: "Kreukbeveiliging".
G Het leeghalen van de trommel
^ Druk op de Deur - toets.
^ Doe de deur open.
^ Haal het wasgoed uit de trommel.
^ Controleer of de trommel leeg is.
Wasgoed dat in de trommel blijft lig-
gen wordt, wanneer het nog een
keer wordt gedroogd, overmatig ge-
droogd en kan daardoor bescha-
digd raken.
Ook wanneer de droger ingeschakeld
en de deur geopend is, gaat de trom-
melverlichting na enkele minuten uit. Dit
in het kader van de energiebesparing.
^ Schakel de droogautomaat uit.
^ Reinig de pluizenfilters.
^ Sluit de deur.
^ Giet het condenswaterreservoir leeg
wanneer er geen externe condens-
waterafvoer aanwezig is.
^ Controleer de condensor zo nu en
dan en reinig hem indien nodig.
Zie hoofdstuk: "Reiniging en onder-
houd".
19