De warmte die tijdens gebruik ontstaat moet door voldoende luchtcirculatie
worden afgevoerd. Daarom mag het apparaat niet worden afgedekt of in
een gesloten kast worden geplaatst. Houd rondom het apparaat ten minste
10 cm vrije ruimte aan.
Opmerking:
Na een stroomuitval wordt mogelijk niet direct de juiste tijd weergegeven.
Voorzichtig!
Steek de stekker pas in het stopcontact als u alle andere kabels heeft
aangesloten! Volg de aanwijzing op het typeplaatje.
Wanneer het apparaat op de netspanning is aangesloten, zijn vanwege de
stand-byfunctie onderdelen van het apparaat in bedrijf.
Om het apparaat volledig uit te schakelen, moet u de stekker uit het
stopcontact trekken.
6.2
Antenneontvangst verbeteren
Aantal en kwaliteit van de te ontvangen zenders hangt af van de
omstandigheden op de locatie. Met de DAB-/FM-antenne (15) kan een
uitstekende ontvangst worden bereikt. Deze antenne moet voor de beste
ontvangst in de volledige lengte worden gericht.
Opmerking:
Voor ontvangst van de digitale radiostations (DAB-modus) moet de antenne (15)
altijd in de volledige lengte verticaal worden gepositioneerd.
Bij problemen:
Controleer evt. de signaalsterkte, zie pag. 26.
Verander de locatie en zoek naar zenders, zie pag. 24.
Met behulp van de indicator voor de signaalsterkte kunt u de antenne correct
richten resp. de optimale locatie voor uw DAB-radio bepalen.
De uitslag (lengte) van de balk toont de momentele signaalsterkte.
Verander bij een slechte ontvangst de antennerichting resp. de opstelling
van de radio. De uitslag van de balk moet toenemen.
17