14
nl | Installatie
5
Installatie
LET OP!
Lees de veiligheidsinstructies nauwkeurig door alvorens het
Personenalarmtoestel 61 te installeren en te programmeren.
5.1
Aanbevelingen voor installatie
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
F.01U.239.308 | V1 | 2011.06
Plaats het toestel op een vlakke, niet-gladde ondergrond.
Installeer het toestel niet op een zachte ondergrond,
omdat dit ten koste gaat van de spraakkwaliteit.
Plaats geen voorwerpen op of voor de microfoon aan de
rechterkant van het toestel.
Alarmen worden niet verzonden wanneer de telefoonlijn of
de IP-verbinding niet werken.
Het Personenalarmtoestel moet zijn aangesloten op de
voeding.
Om een alarm te verzenden moeten minimaal één
alarmontvanger (een meldkamer of een privételefoon) en
het abonneenummer zijn geprogrammeerd.
De voedingsadapter van het Personenalarmtoestel 61 moet
op een afstand van ten minste 10 cm van het toestel zijn
geplaatst.
Bij gebruik van het Personenalarmtoestel 61 in combinatie
met een GSM-gateway moeten beide apparaten op een
onderlinge afstand van ten minste 1 m worden geplaatst.
De gebruikte bouwmaterialen in een woning kunnen het
bereik van het toestel beïnvloeden. Gewapend beton kan
het radiosignaal bijvoorbeeld meer hinderen dan een
stenen muur.
De locatie van het Personenalarmtoestel 61 in de woning
kan het bereik van het toestel beïnvloeden. Het
Personenalarmtoestel kan het beste in een kamer in het
midden van de woning worden geplaatst.
Gebruikershandleiding
Personenalarmtoestel 61
Bosch Security Systems