Methoden
NL
Opmerkingen Chloor:
1. Het schoonmaken van de cuvetten:
Omdat veel huishoudschoonmaakmiddelen (bijv. afwasmiddel) stoffen bevatten die
reductie veroorzaken, kan dit bij het bepalen van het chloorgehalte tot lagere test-
waarden leiden. Om deze meetfout uit te sluiten, dient het glaswerk vrij te zijn van
chloorbindende werking. Hiertoe wordt het glaswerk gedurende een uur bewaard in een
natriumhypochlorietoplossing (0,1 g/l) en vervolgens grondig afgespoeld met demiwater.
2. Voor de afzonderlijke bepaling van vrije chloormoleculen en het totale chloorgehalte is
het zinvol om telkens een aparte set cuvetten te gebruiken (zie EN ISO 7393-2, lid 5.3).
3. Bij de voorbereiding van het monster moet het ontwijken van chloorgas, bijv. door
pipetteren en schudden, worden voorkomen.
De analyse moet direct plaatsvinden na het nemen van het monster.
4. De DPD-kleurontwikkeling vindt plaats bij een pH-waarde van 6,2 tot 6,5.
Het reagens beschikt daarom over een buffer ten opzichte van de instelling van de
pH-waarde. Sterk alkalisch of zuur water moet echter voordat het wordt geanalyseerd
binnen een pH-bereik tussen 6 en 7 worden gebracht (met behulp van 1 mol/l zwavelzu-
ur resp. 1 mol/l natronloog).
5. Concentraties boven
10 mg/l chloor bij gebruik van tabletten
4 mg/l chloor bij gebruik van vloeibare reagentia
kunnen leiden tot resultaten binnen het meetbereik tot aan 0 mg/l. In dit geval moet
het watermonster worden verdund met chloorvrij water en moet de meting worden
herhaald (plausibiliteitstest).
6. Troebelheid (oorzaak voor incorrecte metingen):
Bij watermonsters met een hoog calciumgehalte* en/of hoog geleidingsvermogen* kan
bij gebruik van een DPD No. 1 tablet troebelheid van het watermonster en zodoende
een incorrecte meting optreden. In dit geval dient u de alternatieve reagenstablet
DPD No.1 High Calcium te gebruiken.
Ook wanneer de troebelheid pas optreedt na het toevoegen van de tablet DPD No. 3,
kan dit door gebruik van de DPD No. 1 High Calcium-tablet worden voorkomen.
* exacte waarden kunnen niet worden aangegeven, omdat het ontstaan van troebelheid
afhangt van het soort en de samenstelling van het watermonster.
7. Na gebruik moeten de druppelflesjes met de vloeibare reagentia met dezelfde kleur
sluitdop direct weer worden gesloten. Bewaar de reagentia koel bij een temperatuur
van +6°C tot +10°C.
Alle oxidatiemiddelen die in de watermonsters aanwezig zijn, reageren met chloor,
hetgeen leidt tot hogere testwaarden.
8
CheckitDirect_ClpHCys_1 09/2008