Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Geïntegreerde Systeemdiagnose (Isd); Aanduiding (Oranje) - schmersal FWS 2106 Bedieningshandleiding

Veiligheidsstilstandsbewaker
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Veiligheidsstilstandsbewaker
Het schakelvoorbeeld wordt getoond met gesloten
beschermvoorzieningen en in spanningsloze toestand. Inductieve
verbruikers (externe relais enz.) moeten via een aangepaste schakeling
ontstoord worden.
Het leggen van de verbindingskabels van de naderingsschakelaar
gelegd in zones met een sterke stoorstraling (bijv. niet ontstoorde
frequentieomvormers, voedingskabels van sterke aandrijvingen, enz.)
moet vermeden worden;
eventueel moeten afgeschermde kabels gebruikt worden.
Vereisten voor de gebruikte naderingsschakelaars
Maakcontact (NO), p-schakelend,
uitgangsspanning: 20 ... 30 VDC,
bijv. Schmersal IFL ..-..-10 P
Legende
A
Gedwongen verbrekend
Inductieve naderingsschakelaar
R
Resetknop
J
Aan-/uitknop
I 0
Startknop
H
Ontgrendelknop
E
Bijkomend stilstandsignaal
X
A
Veiligheidsvergrendeling
B
Veiligheidsschakelaar
8.2 Geïntegreerde systeemdiagnose (ISD)
De LED-aanduiding van de veiligheidsmodules geeft de verschillende
schakeltoestanden en fouten weer. De volgende tabellen verklaren de
schakeltoestanden.
Schakeltoestandstabel:
Diagnose LED
Toestand van het systeem
groene LED brandt
Vrijgavecontacten gesloten
gele LED knippert
Bij aansluiting van twee naderingsschakelaars
(0,5 Hz)
heeft slechts een schakelaar de onderste
grensfrequentie overschreden, de
vrijgavecontacten zijn geopend.
gele LED knippert
Motor loopt, de grensfrequentie is
(2 Hz)
overschreden, de vrijgavecontacten zijn
geopend.
Bij foutmeldingen brandt de orange LED met korte pauzes.
Tijdens deze pauzes knippert de LED met korte impulsen.
uitgangsstroom: ≥ 50 mA
NL
Tabel foutweergave

Aanduiding (oranje)

Fout
LED
1 impuls
Frequentie sensor 1
te laag,
Fout ingang X2
2 impulsen
Frequentie sensor 2
te laag,
Fout ingang X4
3 impulsen
Storing spanning
X2/X4
4 impulsen
Stoorsignalen aan
de ingangen, geen
veilige evaluatie
5 impulsen
Een of beide
relais niet
geactiveerd binnen
een bepaalde
bewakingstijd
6 impulsen
Relais niet
afgevallen bij het
bedienen van de
schakelaar
7 impulsen
Stoorsignalen op de
interne datakabels
8 impulsen
Bijkomend
stilstandsignaal
De foutmelding wissen
De foutmelding wordt gewist als de foutoorzaak geëlimineerd is en de
FWS alle functies heeft kunnen controleren.
FWS 2106
FWS 2506
Oorzaak
Defecte toevoerkabel
of defecte
naderingsschakelaar
Defecte toevoerkabel
of defecte
naderingsschakelaar
Een of beide
naderingsschakelaars
leveren geen
uitgangsspanning:
naderingsschakelaar
defect of leidingen
onderbroken
Te hoge capacitieve
of inductieve
inkoppelingen op
de kabels van de
schakelaar of de
toevoerkabel van de
spanningstoevoer
Te lage
bedrijfsspanning Ue;
Defect relais
Verkleefd
relaiscontact
De interne
gegevensoverdracht
is gestoord door te
hoge capacitieve
of inductieve
inkoppelingen op de
interne datakabels
De toestand van
het bijkomende
stilstandsignaal stemt
niet overeen met
de gedetecteerde
frequenties, bijv.
het bijkomende
stilstandsignaal meldt
een stilstand, maar de
naderingsschakelaars
melden een
overschrijding van de
grensfrequentie.
5

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Fws 2506

Inhoudsopgave