Inhoudsopgave
Advertenties
1.9 MINIMUM VEILIGHEIDSAFSTANDEN
Muren
BRANDBARE MUREN: de installatie van het product naast brandbare
muren P is toegestaan als er een geschikte bescherming aangebracht
wordt in een isolerend materiaal dat niet brandbaar is.
Om het product te isoleren en de mantel correct te installeren, plaats
een wandpaneel vervaardigd uit materiaal dat niet brandbaar is (bv.
gipsplaat), waarbij u tussen het paneel en de brandbare muur P een
laag warmte-isolerend materiaal L van 3 cm plaatst.
Laat steeds een tussenruimte van 5 cm tussen het product en het
wandpaneel. (fig. 15).
ONBRANDBARE MUREN: laat steeds een tussenruimte van 5 cm
tussen het product en de muur Q. (fig. 16)
Plafond
BRANDBAAR PLAFOND: in geval van een brandbaar plafond R, dient u
een plafondpaneel S aan te brengen in onbrandbaar materiaal met ten
minste 8 cm warmte-isolerend materiaal. (fig. 17)
De minimumafstand tussen het plafondpaneel S en de aansluiting op de
schoorsteen moet 20 cm zijn.
ONBRANDBAAR PLAFOND: de minimumafstand tussen het plafond en
de aansluiting op de schoorsteen moet 20 cm zijn. (fig. 17)
a
Met minimumafstand van het plafond wordt de afstand
bedoeld tussen de aansluiting op de schoorsteen en alle
elementen die zich erboven bevinden (bv. sokkelbalken).
Vloer of bovenvloer
Als de vloer of de bovenvloer uit brandbaar materiaal bestaat, dan dient
deze beschermd te worden met een laag warmte-isolerend materiaal
van 3 cm.
Gevaarlijk gebied omwille van straling
Met stralingsgebied bedoelt men een gebied van 80 cm van de opening
van de vuurhaard, zowel vooraan als aan de zijkant. In dit gebied mag
zich geen enkel brandbaar voorwerp bevinden, zoals: dekens, gordijnen,
houten meubels, snuisterijen, brandbare vloeistoffen, materialen om
hout of brandhout aan te steken, enz.
a
Het niet naleven van deze instructies kan brand veroorzaken!!!
Fig. 15
P
3
L
Fig. 16
Q
5
Fig. 17
H072032NL0 / DT2001579 – 00
L
5
5
5
R
S
DT2012404-00
3
3
5
L
DT2033466-00
5
DT2033467-00
8
20
H
DT2033465-00
9
Advertenties
Inhoudsopgave
