Inhoudsopgave
Advertenties
Het regelpaneel van de STUDIO-CAPTURE gebruiken
DAW monitor A–D
Hier kunt u de balans van de vijf stereokanalen van geluidsdata die van de computer wordt
verzonden regelen, en het naar de koptelefoon of de afluistersectie sturen .
U kunt de vier uitvoer mixers onafhankelijk besturen .
Als dit aan is, worden andere
instellingen dan PAN stereo
gekoppeld .
Zet demping aan/uit .
Zet Solo aan/uit (zie de kolom
op p .35) .
Toont het niveau van het signaal
dat via de Compressor wordt
uitgestuurd .
Master A–D
Hier kunt u de master uitgangsniveaus van de directe monitor en de DAW monitor besturen .
Als deze instelling aan is, wordt
het master volume van de directe
monitor en de DAW monitor
gekoppeld .
Toont het Reverb dialoogvenster
(allen directe monitor A) .
Past het Reverb-type en Delaytijd,
enz . aan (p .35) .
34
Specificeert de panning van het geluid .
Past het monitor niveau van het
geluidssignaal van de computer aan .
Geeft de uitvoerbestemming voor elke
monitor mixer aan .
* Gebruik de Patch Bay (p .37) om de
uitvoerbestemming te specificeren .
Past het returnniveau naar het
Reverb-apparaat aan (alleen directe
monitor A) .
Als dit aan is, worden de master
uitgangsniveaus van de linker en
rechter kanalen gekoppeld .
Past de master uitgangsniveaus voor
respectievelijk directe monitor en
DAW monitor aan .
Advertenties
Inhoudsopgave
