6 Meetmethode
6.1 PH-meting
Dompel de hele elektrode in de te meten vloeistof. Beweeg het apparaat een beetje zodat de lucht
die in de elektrode is gekomen, kan ontsnappen. Dit is belangrijk om eventuele onjuistheden in de
meting te voorkomen. Het display toont de gemeten pH-waarde en de temperatuur van de vloeistof.
Maak de elektrode na iedere meting schoon met gedestilleerd water.
Het apparaat beschikt over een temperatuursensor met automatische temperatuurcompensatie
(ATC). Mocht de temperatuur van de te meten vloeistof verschillen van de omgevingstemperatuur
dan heeft het apparaat enkele seconden nodig om de temperatuur aan te passen en zich te
stabiliseren.
6.2 Opmerking m.b.t. de pH-meting
6.3 Data-Hold
Om de meetwaarde vast te houden, drukt u na de meting op de "Hold" toets. De waarde wordt nu
bevroren op het display. Om deze functie te verlaten drukt u opnieuw op de "Hold" toets.
6.4 "Data-Record" functie (max. en min. registratie)
De "Data-Record" functie slaat de maximum en minimum waarde van een meting op. Om deze
functie te activeren drukt u op de "Rec." toets totdat het "Rec" symbool op het display verschijnt.
Om de maximum waarde te bekijken drukt u nogmaals op de "Rec" toets. Op het display verschijnt
"Rec-Max" en de maximum waarde.
Druk opnieuw op de "Rec." toets om de minimum waarde te bekijken. Op het display verschijnt "Rec-
Min" en de minimum waarde.
Om de "Data-Record" functie te verlaten houdt u de "Rec." toets gedurende twee seconden
ingedrukt. Het apparaat keert naar zijn normale meetmodus terug en de max. en min. waarden
worden gewist.
GEBRUIKSAANWIJZING PCE-PH22
Houd rekening met de dompeldiepte, en let er op dat de unit niet in
het water komt. Dit kan het meetresultaat beïnvloeden.
Max. Dompeldiepte
Min. Dompeldiepte
8